Een aantal jaren geleden heb ik de cursus taalcoach gedaan. Al snel daarna werd ik door het Taalhuis, onderdeel van de Bibliotheek Bollenstreek, gevraagd of ik een taalcafé wilde opzetten in de gemeente Noordwijk, Zuid-Holland.

In het begin was het vooral zoeken naar de juiste manier om een taalcafé te organiseren. Inmiddels ben ik vier jaar verder als coördinator van het taalcafé Noordwijk en als taalmaatje van vier taalvragers. De meeste taalvragers (of anderstaligen) volgen een Nederlandse taalcursus. Als taalmaatje kun je ze daarbij goed helpen. Maar dat is het huiswerk, niet de praktijk.

Koningin Máxima zei in het interview ter gelegenheid van haar 50ste verjaardag: “Ik vond het belangrijk om te weten
hoe de Nederlanders zijn, hoe ze leven, wat doen ze. Wat is er te zien in Nederland, hoe zijn de tradities en de gebruiken?” Dat is precies wat ik gemerkt heb aan de taalvragers. Men wil vooruit en integreren in Nederland. Als taalmaatje ben je geen leerkracht en als taalcafé ben je geen school. Om een taalvrager te helpen, is het bijzonder waardevol om aandacht te besteden aan het hoe, wie, wat, waar en waarom in de Nederlandse maatschappij. Dat bevordert het integratieproces.

Daarom ben ik begonnen met het beschrijven van thema’s die direct te maken hebben met het dagelijks leven in Nederland. Thema’s waar je vanzelf mee te maken krijgt als je in Nederland woont, zoals het contact met de buren, huisdieren, Koningsdag en Sinterklaas.

Na het maken van bijna 100 thema’s kwam ik op het idee om de thema’s te delen met andere taalmaatjes en taalcafés. Waarom zou je als taalvrijwilliger het wiel opnieuw moeten uitvinden? Dit lesboek is bedoeld om je vanuit mijn ervaringen een stap verder te brengen.

De thema’s zijn handvatten. Een thema geeft al snel gesprekstof voor meer dan een uur. Als taalmaatje/taalcafé kun je natuurlijk je eigen draai geven aan een thema. Zo hebben wij in het taalcafé naar aanleiding van het thema ‘Verjaardag’ een Nederlandse verjaardag gevierd. Op een stoel staan, zingen, de kringverjaardag, drie zoenen, taart eten, slingers, ballonnen en alles wat verder bij een gemiddelde Nederlandse verjaardag komt kijken. We hebben bingo met kerstwoorden gespeeld, met Sinterklaas het ganzenbordspel gedaan, een herfstwandeling in het bos gemaakt, in het voorjaar een bezoek gebracht aan een bloembollenmuseum en de wijkagenten op bezoek gehad. Allemaal naar aanleiding van de thema’s.

De thema’s zijn geschreven op niveau A2/B1. Voor taalvragers die niveau A1 hebben of juist verder zijn dan B1, zijn de thema’s ook geschikt. Hier en daar zul je als taalvrijwilliger dan wel iets moeten aanpassen of uitleggen.

Voor het maken van de thema’s heb ik veel research gedaan. Daarbij heb ik veel bronnen geraadpleegd. Er zullen thema’s zijn waarvan u misschien denkt: dat zou ik anders hebben gedaan. Dat mag. Ongetwijfeld zitten er imperfecties in het boek. Ik heb de thema’s met de beste intenties opgesteld. De belangrijkste gedachte was: hoe kan ik de taalvrijwilligers helpen?

De dankbaarheid van de taalvragers, de grote toeloop in ons taalcafé Noordwijk, het plezier onderling en wat ik leer van de taalvragers over hen en over hun land van afkomst – dat alles geeft zoveel energie en is echt een verrijking van mijn leven geworden. Ik hoop dat ik u enthousiast heb gemaakt om aan de slag te gaan met dit lesboek. Trouwens, het boek wordt geleverd met een BTW-factuur en is aan zijn derde druk begonnen :)