China en Tibet. Samen met haar echtgenoot reist de auteur af naar deze twee landen in Azië. De reis begint in Hongkong, om vanuit deze miljoenenstad door te reizen naar het Karstgebergte in het zuiden van China. Vervolgens met het vliegtuig naar Chengdu waar het Panda Onderzoekscentrum staat én het vliegtuig dat het echtpaar naar Lhasa, de hoofdstad van Tibet brengt.

Tibet: in geen enkel opzicht te vergelijken met China. De hoofdstad Lhasa, met het imponerende Potalapaleis en de vele kloosters en tempels. Samen met een gids en chauffeur reist het echtpaar naar het basecamp van de Mount Everest. Letterlijk en figuurlijk een adembenemende autoreis over de Vriendschapsweg.
Met de Hemeltrein gaat de reis verder naar Xi’an waar zij onder ander het Terracotta leger bezoeken. In de authentieke, ommuurde stad Pingyou is het heerlijk fietsen, slenteren en genieten voordat de reis verdergaat naar Datong. Datong waar zij het Hangende Klooster en de duizenden Boeddha’s in de Yungang grotten bewonderen. De reis eindigt in de hoofdstad Beijing; een stad om dagenlang in te verdwalen. Een stad vol tegenstellingen: de oude hutongs, moderne tienbaanswegen, het stalen Vogelnest van de Olympische Spelen en het allergrootste, door mensenhanden gebouwde, bouwwerk ter wereld: De Chinese Muur.