Tongelre te kijk

Stadsdeel van Eindhoven onder de loep.

Deze titel prijkt op de omslag van het prachtige en rijk met oude foto's geillustreerde eerste boek van Tonny van den Boomen over het Eindhovense stadsdeel Tongelre, dat in november 2001 in eigen beheer is uitgekomen.
Het boek behelst grofweg de periode vanaf 1900 tot heden. Het oogmerk van Tonny is om in dit boek zijn herinneringen en die van andere Tongelresen vol nostalgie vast te leggen. De teksten zijn voorzien van de vele - vaak vergeten - (familie)foto's.

In luchtige, dus iedereen aansprekende schrijfstijl, wordt Tongelre door de eeuwen heen onder de loep genomen. De titel weerspiegelt een romantische weemoed die Tonny heeft weten te vatten in het weergeven van allerlei dagelijkse gebeurtenissen in Tongelre, destijds nog een zelfstandig dorp. De saamhorigheid, de roddel en achterklap, de armoede, de weelde en de karakteristieke personen die er hebben gewoond en vooral hebben geleefd komen aan bod. Zelfs Tongelrese liedjes en gedichtjes zijn in het boek opgenomen.
Na een historische inleiding, waarbij als het ware met zevenmijls-laarzen door de geschiedenis wordt gestapt, neemt Tonny de lezer mee op wandelingen langs de paden, weggetjes en straten van zo ongeveer alle wijken van Tongelre, te beginnen bij het dorpshart 't Hofke en vervolgens door straten en wijken zoals de Loostraat, Coll, Zeggen, Urkhoven, Klein-Tongelre, Koudenhoven, Villapark, Gooren, Lakerlopen en Doornakkers. Het straatbeeld wordt ingekleurd met het ophalen van herinneringen over de vele boerderijen, karakteristieke huisjes, winkeltjes en weggetjes met alle hieraan verbonden menselijke belevingen, zowel de goede als de slechte.
Zoals het rustieke Coll en de beruchte Poststraat; de sjieke Villawijk en het armoedige wooncomplex 'Hoenderpark' aan de Urkhovenseweg. En niet te vergeten de zeer vele bierhuisjes, kroegjes, café's en uitspanningen en de vele verenigingen die er gehuisvest waren en die een warme en soms ook schrille kleur gaven aan het Tongelrese leven. Karakteristieke mensen die in dorpsgedichten en overgeleverde verhalen worden belicht. Bijvoorbeeld Bet Rummel met haar snoepwinkeltje, Paul Kruger als een veldheer op z'n paard, Pietje Rijm die over iedereen wat te rijmen had, Sjefke Plek, Zwarte Driek, de Roomsche Jood en z'n vrouw Nana Verkenspoot, Dorre de Neus, d'n Dook die in z'n winkel de Planken Opkamer alles te koop had wat zelfs de Heer niet kon leveren, d'n Vetten Hendrik die te vies was om aan te raken, vloekende voddenman Napoleon met z'n hondenkar waar hij meestal ladderzat op lag, Gekke Anneke in haar snoepwinkeltje, Hanneke de Koning met haar lektoeten, Piet Sanders alias Piet de Keizer van wie men zijne riek meer bij de kroeg zag dan op het land en ga zo maar door. Kortom, een boek dat iedere rechtgeaarde Tongelrese zeker moet bezitten.
De oud-Tongelresen die uitgezwermd zijn naar verre oorden, zullen al lezend de herinneringen aan hun Tongelre weer beleven.