Fenomenologische bibliotheek 4 - De genadereligie van India en het christendom . Religieuze overeenstemmingen
Rudolf Otto was een Duits luthers theoloog en een vooraanstaande godsdienstwetenschapper die een belangrijke bijdrage heeft geleverd aan de comparatieve (vergelijkende) godsdienstwetenschap van zijn tijd.
In zijn hoofdwerk benoemt hij het heilige als de essentie van iedere religie. Het heilige is voor Otto iets wat tegelijkertijd vrees en fascinatie opwekt. Hij introduceerde ook het adjectief numineus, om te verwijzen naar het geheimzinnige, wat tegelijk kracht uitstraalt. Otto: 'Wanneer je van omen omineus kunt maken, dan ook van numen numineus'. Deze term is in de Nederlandse literatuur gebruikt door onder meer Hella Haasse, Johan Polak, Gerard Reve en Harry Mulisch.
Otto was aan diverse Duitse universiteiten hoogleraar in de systematische theologie.
Een bekende uitspraak van hem is: 'Godsdienst is de beleving van het mysterie en het komt tot uiting als het gevoel zich openstelt voor de indrukken van het eeuwige dat verschijnt door de sluier van het tijdelijke.'
In 1917 verscheen van de hand van Rudolf Otto een studie over Het Heilige. Daarin werd gebroken met de idee dat heiligheid iets is wat uit de religieuze mens voortkomt, zoals de 19e-eeuwse godsdienstsociologie had gesteld. Heiligheid is, integendeel, iets wat ongrijpbaar buiten de mens is en hem raakt. Het is ontzagwekkend en anders. Het boek werd een bestseller en is thans ook nog in vele talen verkrijgbaar.
Rudolf Otto is beroemd geworden door zijn boek getiteld Das Heilige, über das Irrationale in der Idee des Göttlichen und sein Verhältnis zum Rationalen, waarin hij het begrip 'heilig' heeft geanalyseerd op een manier die diepe indruk maakte. Otto is een geleerde met een fijn gevoel voor religieuze kwaliteitsverschillen, maar het is de vraag of de fenomenologie niet meer te danken heeft aan zijn boekje Indiens Gnadenreligion und das Christentum. In de vergelijking van de verschillende typen van mystiek toont Otto zich namelijk een meester. Hier is een waarachtig schouwen van het wezen. Rudolf Otto laat zien, hoe het Voor-Indiase geloof in genade naar de terminologie met het christelijke sterke overeenkomst vertoont, maar naar de godsdienstige houding diep verschilt. Dit is fenomenologisch genuanceerd ontleed. In het voetspoor van Nathan Söderblom en Rudolf Otto beschouwt de moderne godsdienstwetenschap het heilige meer en meer als een van de voornaamste kernwoorden van de religie. Je kan je afvragen of dit het kenmerkende begrip bij uitmuntendheid is. Maar het kan moeilijk worden ontkend, dat zich in dit heilige het onherleidbare karakter van de godsdienst openbaart.
Rudolf Otto is beroemd geworden door zijn boek getiteld Das Heilige, über das Irrationale in der Idee des Göttlichen und sein Verhältnis zum Rationalen, waarin hij het begrip 'heilig' heeft geanalyseerd op een manier die diepe indruk maakte. Otto is een geleerde met een fijn gevoel voor religieuze kwaliteitsverschillen, maar het is de vraag of de fenomenologie niet meer te danken heeft aan zijn boekje Indiens Gnadenreligion und das Christentum. In de vergelijking van de verschillende typen van mystiek toont Otto zich namelijk een meester. Hier is een waarachtig schouwen van het wezen. Rudolf Otto laat zien, hoe het Voor-Indiase geloof in genade naar de terminologie met het christelijke sterke overeenkomst vertoont, maar naar de godsdienstige houding diep verschilt. Dit is fenomenologisch genuanceerd ontleed. In het voetspoor van Nathan Söderblom en Rudolf Otto beschouwt de moderne godsdienstwetenschap het heilige meer en meer als een van de voornaamste kernwoorden van de religie. Je kan je afvragen of dit het kenmerkende begrip bij uitmuntendheid is. Maar het kan moeilijk worden ontkend, dat zich in dit heilige het onherleidbare karakter van de godsdienst openbaart.
Auteur | | R. Otto |
Taal | | Nederlands |
Type | | Paperback |
Categorie | | Mens & Maatschappij |