Ruim vijftig jaar zwaaide Dick van Hoey Smith de scepter over Arboretum Trompenburg en in die periode vormde en kneedde hij de tuin tot wat hij nu is: de parel van Kralingen, het hart van de Groene Long van Rotterdam, met de landelijke referentiecollecties van eiken, beuken en hosta's, internationaal bekend als een van de mooiste onder de kleine arboreta in de wereld. Zo'n arboretum heeft een geschiedenis die in dit boek in tal van facetten wordt belicht. Wat waren de oorspronkelijke doelstellingen van de stichters van dit arboretum, hoe werd daaraan gevolg gegeven, hoe ontwikkelde zich het arboretum? Maar ook, wat betekent een arboretum in onze tijd? Hoe staat het arboretum te midden van de wereld van liefhebbers, kwekers en professionele dendrologen? Wat kunnen we leren van de bezetenheid van iemand als Dick van Hoey Smith met 'alles wat groeit en bloeit'?

Maar dit boek is ook een gids bij een bezoek aan de tuin. In het catalogusgedeelte worden de belangrijkste, meest interessante en mooiste bomen en struiken in het arboretum en de Overtuin beschreven en van commentaar voorzien. Dit deel heeft de opzet van een wandeling door het arboretum. Aan de hand van detailkaartjes en een uitgekiende nummering kan de lezer zich van de ene beschreven boom naar de volgende begeven en zo het geheel vanuit de details leren waarderen.