Een interimmanager in het Romeinse Rijk
Bijna elke Romein was boer en wie dat niet was nam zich voor het te worden. De smid, de ondernemer en de kok droomden ervan eens een stuk land te kopen om van de opbrengst daarvan te leven. De soldaat die afzwaaide kreeg als pensioen een boerderij. De steenrijke senator die niet eens wist hoeveel hij bezat, stelde persoonlijk belang in de gang van zaken op zijn landgoederen. De Romeinse economie was voor alles een agrarische. Een stagnerende agrarische economie, om precies te zijn. Omdat akkers mest nodig hebben, hield de boer rundvee, zodat een deel van de oogst was bestemd voor dierlijke en niet voor menselijke consumptie. Bovendien was al het werk, handenarbeid wie meer land bewerkte, verbruikte meer energie en consumeerde zijn meeropbrengsten weg. Zo stelden mest en arbeid grenzen aan de productie en bleven de opbrengsten gering. Negen boeren produceerden net genoeg om 10 mensen te voeden (tegenwoordig is dat bijna 200!).
Auteur | | J. Lendering |
Taal | | Nederlands |
Type | | Bindwijze overig |
Categorie | | Economie & Financiƫn |