‘Als ik nu terugblik op de donkerste periode uit mijn leven, verbaast het me niet dat ik zo diep kon vallen. Hoe hoger je vliegt, hoe lager je valt. Meer dan 20 jaar lang had ik erop los geleefd. Ik vond het normaal dat ik elke dag mijn zin kon doen. Ik leefde te snel en te gulzig. Ik was alleen maar op zoek naar opwinding en genot en ik raasde maar door.’

Guido Belcanto (°1953) groeide op in een onooglijk dorpje in de Noorderkempen, maar wist al heel jong dat hij niet gemaakt was voor een doorsneeleven op de boerenbuiten.
In deze autobiografische roman schetst hij zijn levensloop op een ongezien eerlijke manier: zijn passie voor de muziek in het algemeen en de smartlap in het bijzonder, de moordende zoektocht naar zijn seksuele identiteit, zijn coming out, zijn relaties met vrouwen, zijn demonen en depressies, het rock-‘n-roll-leven waarin hij bijna letterlijk verzoop…

Excentriek en gevoelig, noncomformist, een beetje man maar tegelijk vrouwelijk, lachen en wenen tegelijkertijd: dit boek toont de ongrijpbare, niet-in-een-hokje-te-stoppen Belcanto ten voeten uit.

Zijn boek draagt Guido Belcanto op aan alle vrouwen die hij intiem heeft gekend, in het bijzonder aan zijn alter ego Gina Divina, vrouw aller vrouwen.