Wat vinden filosofen van de liefde? En wat brengen ze er zelf van terecht? De jonge Françaises Aude Lancelin en Marie Lemonnier vergeleken de leer van twaalf grote denkers met hun werkelijke liefdesleven. Filosofenliefde in theorie en praktijk. Voor Plato was de liefde een stap naar de eeuwigheid en voor Schopenhauer een list van onze seksuele driften. De preutse opvattingen van Rousseau, de uitvinder van de Romantiek, zijn nauw verbonden met zijn eigen neuroses. Kant had, zoals bekend, geen libido en Nietzsches avonturen met jonge meisjes liepen op mislukkingen uit. De degelijke huisvader Heidegger flirtte niet alleen met het nazisme maar ook met zijn joodse studente Hannah Arendt, en Sartre bracht zijn theorie van de vrije liefde in praktijk met allerlei studentes. Maar dacht Simone de Beauvoir er werkelijk hetzelfde over als Sartre zelf?