Buitenplaatsen in de Purmer
Investeren en buiten leven in een Noord-Hollandse polder De inpoldering van de grote meren in Noord-Holland was in alle opzichten een huzarenstukje, mede dankzij de investeringen van Amsterdamse kooplieden en regenten. Velen waren in de in 1622 drooggevallen Purmer zelf actief als ossenweiders en stichtten er fraaie buitenplaatsen met tuinen. Wat een verademing om zo de overvolle en vervuilde stad Amsterdam in de zomer te kunnen ontvluchten. In dit boek is te lezen hoe het de Amsterdamse families in de Purmer verging, de voorspoed van de beginjaren, maar ook het onheil door de 18e-eeuwse runderpestepidemieën. Het Amsterdams grootkapitaal maakte plaats voor dat van vermogende families uit Purmerend, Edam en Monnickendam die de oude buitenplaatsen herstelden of nieuwe herenhuizen optrokken waar men vaak permanent woonde. Verschillende plantagiën van weleer werden door houthandelaren ingericht tot boomkwekerijen.De lotgevallen van 19 buitenplaatsen, van de families en de tuinlieden die er woonden, zijn uitgebreid beschreven.Het boek eindigt met de teloorgang van de buitenplaatsen na 1750:Zo vergaat wereldse roem! een tekst die lang het damhek van de buitenplaats WolffenHoeck sierde
Auteur | | C. Boschma-Aarnoudse |
Taal | | Nederlands |
Type | | Hardcover |
Categorie | |