Een pad naar minder agressie
De effectiviteit van het programma alternatieve denkstrategieën voor jongens met ernstige gedragsproblemen in verschillende typen Nederlands primair onderwijs.
Agressie is voor veel leraren in Nederland een vorm van probleemgedrag die de veiligheid in de klas bedreigt, het verzorgen van passend onderwijs voor alle leerlingen in de groep ernstig bemoeilijkt en die voor de leraren slechtte hanteren is.
Louwe en Van Overveld hebben in het kader van hun promotieonderzoek nagegaan in hoeverre een lesprogramma, het Programma Alternatieve Denkstrategieën (PAD), een effectieve bijdrage leverde aan de vermindering van de agressie bij zes- tot zevenjarige jongens met sterk externali- serend gedrag: de groep waarvan het gedrag het moeilijkst te beïnvloeden is. Daarnaast was het verkrijgen van inzicht in de effectiviteitbepalende factoren van het programma van belang. Immers, op grote schaal en in het algemeen aangetoonde effectiviteit geeft nog geen garanties dat zo'n programma in elke onderwijssituatie succesvol zal zijn. Louwe en Van Overveld hebben daarom onderzoek verricht naar de werking van het programma in scholen voor regulier basisonderwijs, voor speciaal basisonderwijs en in het speciaal onderwijs voor zeer moeilijk opvoedbare kinderen (zmok). Ook hebben zij allerlei gegevens over de leerlingen, de school en de leraren verzameld en in het onderzoek betrokken.
Tevens werden data verzameld van controlegroepscholen die doelbewust en gemotiveerd een andere interventie toepasten, gericht op de bevordering van prosociaal en positief leergedrag en op het tegengaan van antisociale gedragingen. De effectiviteit van PAD werd steeds vergeleken met de effectiviteit van de aanpak op deze controlegroepscholen.
Alle empirische studies die in dit proefschrift beschreven worden maken deel uit van één longitudinaal onderzoek over een periode van twee jaar naar de effectiviteit van PAD. Bij de realisatie van dit onderzoek werkten de Universiteit Utrecht (Faculteit Sociale Wetenschappen) en de Hogeschool Utrecht (Faculteit Educatie) intensief samen.
Dit boek vormt de start van een promotiereeks van de Hogeschool Utrecht. Het boek is tevens interessant voor scholen in het primair onderwijs die de aanschaf en de invoering van een sociaal- emotioneel competentieprogramma overwegen en voor iedereen die hen bij deze keuze adviseert. Ook is het geschikt voor studenten op het terrein van de Pedagogische en Onderwijskundige Wetenschappen, op het masterniveau van het Hoger Beroeps Onderwijs en de Universitaire opleidingen. Ten slotte zullen opleiders, schoolbegeleiders, beleidsmakers en onderzoekers er ook van kunnen profiteren.
Agressie is voor veel leraren in Nederland een vorm van probleemgedrag die de veiligheid in de klas bedreigt, het verzorgen van passend onderwijs voor alle leerlingen in de groep ernstig bemoeilijkt en die voor de leraren slechtte hanteren is.
Louwe en Van Overveld hebben in het kader van hun promotieonderzoek nagegaan in hoeverre een lesprogramma, het Programma Alternatieve Denkstrategieën (PAD), een effectieve bijdrage leverde aan de vermindering van de agressie bij zes- tot zevenjarige jongens met sterk externali- serend gedrag: de groep waarvan het gedrag het moeilijkst te beïnvloeden is. Daarnaast was het verkrijgen van inzicht in de effectiviteitbepalende factoren van het programma van belang. Immers, op grote schaal en in het algemeen aangetoonde effectiviteit geeft nog geen garanties dat zo'n programma in elke onderwijssituatie succesvol zal zijn. Louwe en Van Overveld hebben daarom onderzoek verricht naar de werking van het programma in scholen voor regulier basisonderwijs, voor speciaal basisonderwijs en in het speciaal onderwijs voor zeer moeilijk opvoedbare kinderen (zmok). Ook hebben zij allerlei gegevens over de leerlingen, de school en de leraren verzameld en in het onderzoek betrokken.
Tevens werden data verzameld van controlegroepscholen die doelbewust en gemotiveerd een andere interventie toepasten, gericht op de bevordering van prosociaal en positief leergedrag en op het tegengaan van antisociale gedragingen. De effectiviteit van PAD werd steeds vergeleken met de effectiviteit van de aanpak op deze controlegroepscholen.
Alle empirische studies die in dit proefschrift beschreven worden maken deel uit van één longitudinaal onderzoek over een periode van twee jaar naar de effectiviteit van PAD. Bij de realisatie van dit onderzoek werkten de Universiteit Utrecht (Faculteit Sociale Wetenschappen) en de Hogeschool Utrecht (Faculteit Educatie) intensief samen.
Dit boek vormt de start van een promotiereeks van de Hogeschool Utrecht. Het boek is tevens interessant voor scholen in het primair onderwijs die de aanschaf en de invoering van een sociaal- emotioneel competentieprogramma overwegen en voor iedereen die hen bij deze keuze adviseert. Ook is het geschikt voor studenten op het terrein van de Pedagogische en Onderwijskundige Wetenschappen, op het masterniveau van het Hoger Beroeps Onderwijs en de Universitaire opleidingen. Ten slotte zullen opleiders, schoolbegeleiders, beleidsmakers en onderzoekers er ook van kunnen profiteren.
Auteur | | J. Louwe |
Taal | | Nederlands |
Type | | Paperback |
Categorie | | Mens & Maatschappij |