Een eeuw van beeld en geluid
De twintigste eeuw was een eeuw vol beeld en geluid. Niet alleen hoorde men geluiden die nog nooit waren gehoord maar het gebeurde via de radio ook op ongekende schaal. Televisie voegde daar nog eens een enorme hoeveelheid bewegend beeld aan toe.
Wat was de invloed van die audiovisuele vloedgolf? Op het gedrag van mensen, op hun denken en hun gevoel? En wat betekenen technologische doorbraken als internet en de digitale media? Het boek Een eeuw van beeld en geluid geeft daarop een antwoord.
Inleiding
1- De dageraad van de eeuw van Beeld en Geluid 1900 - 1930, door Huub Wijfjes en Bert Hogenkamp
2- Veelkleurige rqdiogemeenschappen 1930 - 1960, door Huub Wijfjes
3- Op zoek naar televisie 1925 - 1960, Andreas Fickers
4- Televisie verbindt en verdeelt 1960 - 1985, door Sonja de Leeuw
5- Radio als stemmingsregelaar 1960 - 2010, door Huub Wijfjes
6- Televisie en actief publiek 1985 - 2000, door Sonja de Leeuw
7- Televisie in een convergerend medialandschap 1995 - 2010
In hoofdstuk 1 staan Huub Wijfjes en Bert Hogenkamp stil bij de visionaire denkbeelden over de draadloze distributie van beeld en geluid in de 19de eeuw en de eerste pogingen om deze in de praktijk te verwezenlijken door pioniers als Hanso Schotanus à Steringa Idzerda.Vanuit een primair technologische omgeving dringt radio in korte tijd door tot de kern van de Nederlandse cultuur.
In hoofdstuk 2 behandelt Wijfjes de periode waarin de radio het zinnebeeld van huiselijkheid werd, maar ook op grote schaal gemeenschappelijke ervaring schiep. Aan de orde komen onder meer de verweving van de radio met het culturele leven en de geleidelijke ontwikkeling van specifieke programmavormen.
In hoofdstuk 3 analyseert Andreas Fickers de 'ups and downs' van de ontwikkeling van
de televisie als wensdroom naar een concrete technologie, die zich in de jaren vijftig in
Nederland institutionaliseerde als cultureel massamedium.
In hoofdstuk 4 schetst Sonja de Leeuw de stijlgeschiedenis van de televisie in een tijdvak vol maatschappelijke en politieke spanningsvelden waarin televisie een centrale rol speelde.
In hoofdstuk 5 staat Wijfjes stil bij de veranderingen die de radio en de radiobeluistering ondergingen als gevolg van de komst van de televisie en de transistor. Het luistergedrag werd geïndividualiseerd en luisterprofielen gingen steeds meer de zenderprofielen bepalen.
In hoofdstuk 6 schetst De Leeuw de stijlontwikkeling van de Nederlandse televisie in
een constituerende periode, de komst en groei van het duale bestel, waarin de door
commercialisering gedreven popularisering het programma-aanbod en de betekenis die we aan televisie toekennen veranderde.
Tot slot geeft Eggo Müller in hoofdstuk 7 een analyse van de periode waarin televisie een enorme vlucht nam onder invloed van commerciële omroep aan de ene kant en nieuwe mediatechnologie aan de andere. Televisie en ook radio kunnen niet meer los worden gezien van de distributietechnieken in de digitale wereld, die het publiek een grotere rol hebben gegeven bij het bepalen op welke plek en op welk tijdstip welke content zal worden bekeken of beluisterd. Radio en televisie hebben zich aan die veranderende omgeving aangepast door grotere interactiviteit, multi- en crossmediale concepten en digitale kanalen.
Online-televisieprogramma's presenteren zich zo buiten hun originele context van liveness en komen meer en meer buiten het kader te staan van de uitzendende omroeporganisatie en de zenderprogrammering. Wat dat betekent voor de 'productie' van cultuur en geschiedenis is het onderwerp van veel modern debat over televisiegeschiedenis.
Het boek sluit af met een literatuuroverzicht voor de lezer die behoefte heeft zich verder te verdiepen in specifieke onderwerpen. Want Een eeuw van beeld en geluid is een bundel die boven alles wil uitnodigen tot verder onderzoek naar de geschiedenis van deze boeiende en cultuurbepalende verschijnselen in de twintigste eeuw.
Redactie:
Bert Hogenkamp
Sonja de Leeuw
Huub Wijfjes
352 bladzijden
Wat was de invloed van die audiovisuele vloedgolf? Op het gedrag van mensen, op hun denken en hun gevoel? En wat betekenen technologische doorbraken als internet en de digitale media? Het boek Een eeuw van beeld en geluid geeft daarop een antwoord.
Inleiding
1- De dageraad van de eeuw van Beeld en Geluid 1900 - 1930, door Huub Wijfjes en Bert Hogenkamp
2- Veelkleurige rqdiogemeenschappen 1930 - 1960, door Huub Wijfjes
3- Op zoek naar televisie 1925 - 1960, Andreas Fickers
4- Televisie verbindt en verdeelt 1960 - 1985, door Sonja de Leeuw
5- Radio als stemmingsregelaar 1960 - 2010, door Huub Wijfjes
6- Televisie en actief publiek 1985 - 2000, door Sonja de Leeuw
7- Televisie in een convergerend medialandschap 1995 - 2010
In hoofdstuk 1 staan Huub Wijfjes en Bert Hogenkamp stil bij de visionaire denkbeelden over de draadloze distributie van beeld en geluid in de 19de eeuw en de eerste pogingen om deze in de praktijk te verwezenlijken door pioniers als Hanso Schotanus à Steringa Idzerda.Vanuit een primair technologische omgeving dringt radio in korte tijd door tot de kern van de Nederlandse cultuur.
In hoofdstuk 2 behandelt Wijfjes de periode waarin de radio het zinnebeeld van huiselijkheid werd, maar ook op grote schaal gemeenschappelijke ervaring schiep. Aan de orde komen onder meer de verweving van de radio met het culturele leven en de geleidelijke ontwikkeling van specifieke programmavormen.
In hoofdstuk 3 analyseert Andreas Fickers de 'ups and downs' van de ontwikkeling van
de televisie als wensdroom naar een concrete technologie, die zich in de jaren vijftig in
Nederland institutionaliseerde als cultureel massamedium.
In hoofdstuk 4 schetst Sonja de Leeuw de stijlgeschiedenis van de televisie in een tijdvak vol maatschappelijke en politieke spanningsvelden waarin televisie een centrale rol speelde.
In hoofdstuk 5 staat Wijfjes stil bij de veranderingen die de radio en de radiobeluistering ondergingen als gevolg van de komst van de televisie en de transistor. Het luistergedrag werd geïndividualiseerd en luisterprofielen gingen steeds meer de zenderprofielen bepalen.
In hoofdstuk 6 schetst De Leeuw de stijlontwikkeling van de Nederlandse televisie in
een constituerende periode, de komst en groei van het duale bestel, waarin de door
commercialisering gedreven popularisering het programma-aanbod en de betekenis die we aan televisie toekennen veranderde.
Tot slot geeft Eggo Müller in hoofdstuk 7 een analyse van de periode waarin televisie een enorme vlucht nam onder invloed van commerciële omroep aan de ene kant en nieuwe mediatechnologie aan de andere. Televisie en ook radio kunnen niet meer los worden gezien van de distributietechnieken in de digitale wereld, die het publiek een grotere rol hebben gegeven bij het bepalen op welke plek en op welk tijdstip welke content zal worden bekeken of beluisterd. Radio en televisie hebben zich aan die veranderende omgeving aangepast door grotere interactiviteit, multi- en crossmediale concepten en digitale kanalen.
Online-televisieprogramma's presenteren zich zo buiten hun originele context van liveness en komen meer en meer buiten het kader te staan van de uitzendende omroeporganisatie en de zenderprogrammering. Wat dat betekent voor de 'productie' van cultuur en geschiedenis is het onderwerp van veel modern debat over televisiegeschiedenis.
Het boek sluit af met een literatuuroverzicht voor de lezer die behoefte heeft zich verder te verdiepen in specifieke onderwerpen. Want Een eeuw van beeld en geluid is een bundel die boven alles wil uitnodigen tot verder onderzoek naar de geschiedenis van deze boeiende en cultuurbepalende verschijnselen in de twintigste eeuw.
Redactie:
Bert Hogenkamp
Sonja de Leeuw
Huub Wijfjes
352 bladzijden
Auteur | | Bert Hogenkamp |
Taal | | Nederlands |
Type | | Paperback |
Categorie | |