Conventionele correspondentie
In de achttiende en negentiende eeuw bestond er een uitgebreide etiquette rond de correspondentie. Auteurs van brieven- en etiquetteboeken adviseerden wat van aanhef tot postscriptum de juiste stijl en inhoud van een brief was en familieleden voorzagen elkaars brieven van soms streng commentaar. Willemijn Ruberg beschrijft in Conventionele correspondentie hoe een vijftal families uit de Nederlandse hogere burgerij en adel met het fenomeen briefwisseling omging - laverend tussen 'natuurlijkheid' en conventies.
Al op jonge leeftijd leerden kinderen uit de elite, op basis van nieuwe pedagogische idealen, wat een fatsoenlijke brief was. Gedurende de adolescentie kregen brieven een speciaal karakter. Jonge mannen en vrouwen schreven elkaar vurige, romantische vriendschapsbrieven, maar gebruikten de briefwisseling ook als zelfonderzoek, om hun karakter te verbeteren. In verlovingsbrieven onderhandelden geliefden zelfs over hun relatie voor ze daadwerkelijk in het huwelijk traden.
Negentiende-eeuwse correspondenten klaagden over het plichtmatige karakter van gelegenheidsbrieven zoals felicitaties, nieuwjaarswensen en condoleancebrieven en over het gebrek aan oprechtheid daarin. Toch waren ze belangrijk om de banden tussen families te bestendigen.
Ruberg toont in dit boek met vele verrassende, ontnuchterende en schrijnende voorbeelden aan dat de briefwisseling een regelrecht socialisatiemiddel was. Via een ogenschijnlijk intiem medium trachtte de Nederlandse elite de eigen normen over te dragen en in stand te houden.
Willemijn Ruberg (1975) is historica. Zij promoveerde aan de Universiteit Leiden, waar zij ook lesgaf, en is nu werkzaam als docent aan de Universiteit van Limerick, Ierland.
Al op jonge leeftijd leerden kinderen uit de elite, op basis van nieuwe pedagogische idealen, wat een fatsoenlijke brief was. Gedurende de adolescentie kregen brieven een speciaal karakter. Jonge mannen en vrouwen schreven elkaar vurige, romantische vriendschapsbrieven, maar gebruikten de briefwisseling ook als zelfonderzoek, om hun karakter te verbeteren. In verlovingsbrieven onderhandelden geliefden zelfs over hun relatie voor ze daadwerkelijk in het huwelijk traden.
Negentiende-eeuwse correspondenten klaagden over het plichtmatige karakter van gelegenheidsbrieven zoals felicitaties, nieuwjaarswensen en condoleancebrieven en over het gebrek aan oprechtheid daarin. Toch waren ze belangrijk om de banden tussen families te bestendigen.
Ruberg toont in dit boek met vele verrassende, ontnuchterende en schrijnende voorbeelden aan dat de briefwisseling een regelrecht socialisatiemiddel was. Via een ogenschijnlijk intiem medium trachtte de Nederlandse elite de eigen normen over te dragen en in stand te houden.
Willemijn Ruberg (1975) is historica. Zij promoveerde aan de Universiteit Leiden, waar zij ook lesgaf, en is nu werkzaam als docent aan de Universiteit van Limerick, Ierland.
Auteur | | W. Ruberg |
Taal | | Nederlands |
Type | | Paperback |
Categorie | | Geschiedenis |