Bruno Vekemans
Over het boek:
Naar aanleiding van de tentoonstelling van Bruno Vekemans, Station to Station, geeft Stockmans in samenwerking met Galerie Verbeeck-Van Dyck een catalogus uit met een reeks nieuwe werken van deze Belgische hedendaagse schilder. De kunstenaar neemt de lezer mee op een melancholische reis vol verlangen of heimwee via stations en treinen. Vekemans brengt tegelijkertijd een eerbetoon aan David Bowie. De catalogus voelt aan en leest als een nostalgisch reismagazine, een gevoel dat nog versterkt wordt met 8 uitscheurbare postkaarten in het hart van de publicatie.
Over de kunstenaar:
Bruno Vekemans maakt deel uit van een lange traditie van Vlaamse schilders, een traditie die nooit doorbroken werd, zelfs niet toen de schilderkunst dood werd verklaard. Vekemans behoort wel tot die generatie die het uitermate moeilijk heeft gehad om als schilder aanvaard te worden. De Amerikaanse kunstcriticus Irving Sandler schreef over die periode: “Schilderen in het pluralistische tijdperk heeft het voordeel dat de kunstenaars vrijer dan ooit kunnen schilderen, in de veronderstelling dat elke stijl een min of meer eerlijke waardering zal krijgen. Het nadeel is echter dat kunstenaars, zelfs de meest individuele en volwaardige onder hen, het steeds moeilijker vinden om de aandacht van de kunstwereld op zich te vestigen en erdoor erkend te worden.”
Vekemans oeuvre heeft, vanaf het moment dat hij z’n drolerieën tekent in de jaren ’70 tot vandaag, een coherent verloop gekend, een bijna logische evolutie waarin slechts één grote breuk merkbaar was. Die breuk situeert zich rond 1989, toen hij besliste om de schilderkunst schilderkunst te laten zijn en geen voorwendsel om extra-picturale verhalen, kritieken of analyses te maken. Die keuze is hij de volgende twintig jaar radicaal blijven verdedigen. Maar zelfs de breuk verhindert niet dat er ook dan continuïteit in zijn werk aanwezig blijft. Hij is de collagetechniek blijven hanteren, niet enkel technisch, als voorontwerp voor zijn schilderijen, maar - onbewust - ook filosofisch, als het samplen van de beeldcultuur van zijn tijd. Hij wordt een picturale bricoleur, in de zin zoals Claude Lévi-Strauss respectvol bedoelde in La Pensée Sauvage, een man die met de handen werkt en bestaande dingen bij elkaar brengt tot iets nieuws. Vekemans is geen filosoof, geen geschoold virtuoos schilder, geen onderdeel van de artistieke beau monde, maar een werker die gefascineerd is door de beelden van zijn tijd, die hij obsessief herhaalt en herneemt, in een sober, harmonieus palet. En hij durft opnieuw wat zo lang verboden was in de kunst van de twintigste eeuw: plezier beleven aan het schilderen.
- Jan de Zutter
Naar aanleiding van de tentoonstelling van Bruno Vekemans, Station to Station, geeft Stockmans in samenwerking met Galerie Verbeeck-Van Dyck een catalogus uit met een reeks nieuwe werken van deze Belgische hedendaagse schilder. De kunstenaar neemt de lezer mee op een melancholische reis vol verlangen of heimwee via stations en treinen. Vekemans brengt tegelijkertijd een eerbetoon aan David Bowie. De catalogus voelt aan en leest als een nostalgisch reismagazine, een gevoel dat nog versterkt wordt met 8 uitscheurbare postkaarten in het hart van de publicatie.
Over de kunstenaar:
Bruno Vekemans maakt deel uit van een lange traditie van Vlaamse schilders, een traditie die nooit doorbroken werd, zelfs niet toen de schilderkunst dood werd verklaard. Vekemans behoort wel tot die generatie die het uitermate moeilijk heeft gehad om als schilder aanvaard te worden. De Amerikaanse kunstcriticus Irving Sandler schreef over die periode: “Schilderen in het pluralistische tijdperk heeft het voordeel dat de kunstenaars vrijer dan ooit kunnen schilderen, in de veronderstelling dat elke stijl een min of meer eerlijke waardering zal krijgen. Het nadeel is echter dat kunstenaars, zelfs de meest individuele en volwaardige onder hen, het steeds moeilijker vinden om de aandacht van de kunstwereld op zich te vestigen en erdoor erkend te worden.”
Vekemans oeuvre heeft, vanaf het moment dat hij z’n drolerieën tekent in de jaren ’70 tot vandaag, een coherent verloop gekend, een bijna logische evolutie waarin slechts één grote breuk merkbaar was. Die breuk situeert zich rond 1989, toen hij besliste om de schilderkunst schilderkunst te laten zijn en geen voorwendsel om extra-picturale verhalen, kritieken of analyses te maken. Die keuze is hij de volgende twintig jaar radicaal blijven verdedigen. Maar zelfs de breuk verhindert niet dat er ook dan continuïteit in zijn werk aanwezig blijft. Hij is de collagetechniek blijven hanteren, niet enkel technisch, als voorontwerp voor zijn schilderijen, maar - onbewust - ook filosofisch, als het samplen van de beeldcultuur van zijn tijd. Hij wordt een picturale bricoleur, in de zin zoals Claude Lévi-Strauss respectvol bedoelde in La Pensée Sauvage, een man die met de handen werkt en bestaande dingen bij elkaar brengt tot iets nieuws. Vekemans is geen filosoof, geen geschoold virtuoos schilder, geen onderdeel van de artistieke beau monde, maar een werker die gefascineerd is door de beelden van zijn tijd, die hij obsessief herhaalt en herneemt, in een sober, harmonieus palet. En hij durft opnieuw wat zo lang verboden was in de kunst van de twintigste eeuw: plezier beleven aan het schilderen.
- Jan de Zutter
Auteur | | Alain Six |
Taal | | Nederlands |
Type | | Bindwijze overig |
Categorie | | Kunst & Fotografie |