In 'Ode aan de vrijheid' presenteren vooraanstaande liberalen van nu hun intellectuele helden. Daaronder denkers als Spinoza, Locke en Mill, maar ook recentere filosofen als Rawls en Fukuyama. Het boek laat de vele manieren zien waarop vrijheid doorhen is gedacht en legt zo de intellectuele wortels van het liberalisme bloot. De liberale traditie wordt in dit boek getoetst aan de realiteit van nu. De klassieke filosofische vragen van de vroege liberalen, blijken nog actueel: In hoeverre mag een overheid zich bemoeien met haar burgers? Wat zijn de voorwaarden van een goed functionerende maatschappij? Luidt de liberale democratie het einde van de geschiedenis in? En waarom moet het liberalisme zich steeds weer vernieuwen?