Willen, voelen en denken geven als ze gehecht zijn aan de buitenwereld,
respectievelijk verlangens, emoties en oordelen. Als de wil echter niet
direct handelend optreedt, maar een innerlijke kracht wordt die via het
hart in het bewustzijn werkt, ontdekken we meditatief gewaar zijn en
bevrijdend inzicht. Als we de openheid van geest van meditatief gewaar
zijn via het hart in het handelen laten werken groeit liefde. In
meditatief gewaar zijn ontdekken we onze getuige, in de Vedanta
aangeduid met Zelf, die als een Universele Moeder voor ons beperkte zelf
kan zorgen en die mededogen ontwikkelt voor anderen. Dit boek is een
psychologie van de levensbeschouwing met een naar de praktijk vertaald
gedeelte met oefeningen in meditatief en liefdevol leven.

De auteur (29 mei 1966) heeft al werkend, reizend, lerend, lezend,
mediterend en in de devotionele praktijk kennis gemaakt met de diverse
aspecten van Vedanta, Hindoeïsme, Maitreya's leringen, Boeddhisme en
antroposofie. Momenteel is hij ervaringsdeskundige GGZ in opleiding.