Interculturele communicatie & ideologie
Volgens van Asperen (2003) is in de huidige multiculturele samenleving sprake van een interculturele ideologie die het intercultureel handelen van leden van die samenleving nadelig beïnvloedt. Daarom ontwikkelde zij een alternatief, het communicatief moreel universalisme, en ontwierp ze het Analysekader Diversiteit (ook wel de methode Diavers genoemd). Beide staan centraal in dit onderzoek van Kloppenburg (2007) en werden via twee hoofdonderzoeksvragen onderzocht. De onderzoeksvragen luiden: 1. Op welke manier, vanuit het Analysekader Diversiteit bezien, reageren respondenten op casuïstiek vóór het deelnemen aan een cursus Interculturele communicatie (en conflictpreventie) via Pharos? 2. Welke problemen ervaren ex-deelnemers aan een cursus Interculturele communicatie (en conflictpreventie) via Pharos bij het toepassen van de alternatieve benadering ‘communicatief moreel universalisme’ in hun werk en hoe kunnen deze voorkomen worden? Hierbij werd gebruikt gemaakt van interviews die vooraf aan en na afloop van cursussen, via Pharos (Kenniscentrum voor Vluchtelingen, Nieuwkomers en Gezondheid) gegeven, zijn afgenomen bij tien cursusdeelnemers. Van deze interviews zijn geluidsopnames gemaakt. Voor de eerste onderzoeksvraag zijn de uitgeschreven reacties van respondenten op casuïstiek aan de hand van het Analysekader Diversiteit op gedetailleerde wijze geanalyseerd. Voor de tweede onderzoeksvraag zijn de ervaringen van respondenten met het communicatief moreel universalisme in kaart gebracht. Ook vond tijdens de cursussen (participatieve) observatie van de opzet en inhoud daarvan plaats om gevonden problemen te kunnen verklaren. Een belangrijke conclusie bij hoofdonderzoeksvraag 1 is dat met behulp van gedetailleerde analyses van reacties op casuïstiek aan de hand van het Analysekader Diversiteit, aangeduid kan worden waar respondenten precies moeite mee hebben bij interculturele communicatie en dat doorvragen en metacommunicatie essentieel zijn. Verder zijn dankzij hoofdonderzoeksvraag 2 zeven problemen in kaart gebracht die respondenten ervaren bij het toepassen van het Analysekader Diversiteit en alternatief communicatief moreel universalisme in hun werk. Daarvoor zijn tevens mogelijke oplossingen gezocht. De resultaten van het huidige onderzoek ondersteunen de theorie en het Analysekader Diversiteit van van Asperen. Daarnaast zijn verscheidene aanbevelingen gedaan voor het oplossen van problemen met het Analysekader Diversiteit en het communicatief moreel universalisme, specifiek met het oog op de hulpverleningssector en - beroepspraktijk. Enerzijds op cursorisch niveau, anderzijds buiten die cursorische context. Een van de belangrijkste resultaten van het huidige onderzoek is de ontwikkeling van twee modellen die ter aanvulling op het Analysekader Diversiteit gebruikt kunnen worden. Ze hebben vooral ten doel een spanningsveld te verhelderen dat respondenten ervaren bij aannemen van een professionele (hulpverleners)houding en het toepassen van het communicatief moreel universalisme. Bovendien bieden ze ruimte om onderscheid te maken tussen vorm en inhoud van communicatieve uitingen.
Auteur | | E. van Asperen |
Taal | | Nederlands |
Type | | Paperback |
Categorie | |