Utrechtse studies XIII - Avant-garde en religie
Als zwart vuur brandt de historische avant-garde in de eerste helft van de twintigste eeuw op het Europese toneel. Schilders, schrijvers en musici zien zichzelf als nieuwe priesters en profeten, en willen een nieuwe mens en een nieuwe maatschappij realiseren. Zij willen dat niet via politieke experimenten of kerkelijke rituelen bereiken, maar via hun kunst. Dat maakt de avant-garde tot een utopische beweging met een eigen bijzondere aard. Zij streeft een nieuwe vorm van spiritualiteit na in een geestloze, materialistische, als decadent ervaren wereld.
Deze spiritualiteit wordt beïnvloed door een waaier aan religieuze en seculiere inspiratiebronnen christelijke tradities, oosterse religies, theosofie, antroposofie en esoterie en door Nietzsche, Marx en Freud. De avant-gardisten herhalen niet simpel wat hun voorgehouden wordt, maar ontwerpen een autonome, nieuwe, geestelijke zingeving in de chaos van hun tijd.
Sinds de beroemde tentoonstelling The Spiritual in Art van 1986 is er een groeiende belangstelling voor de spirituele dimensie van de moderne kunst. In dit nieuwe boek komt in samenhang daarmee een reeks modernistische kunstenaars voor het voetlicht: o.a. Wassily Kandinsky, Franz Marc, Paul Klee, Hugo Ball, Georg Trakl, Max Jacob, Joseph Beuys en Nederlanders als Piet Mondriaan, Jan Toorop, Lucebert en Aad de Haas.
Deze eerste Nederlandstalige publicatie over het thema avant-garde en religie bevat twaalf essays en verschijnt in een theologische reeks van de Universiteiten Utrecht en Tilburg. Vanuit een speciale expertise aanwezig in het theologisch domein wordt in dit boek niet alleen aandacht besteed aan de omgang met das Geistige in der Kunst door de avant-garde zelf, maar ook aan reacties daarop van gevestigde religies, in dit geval vooral het rooms-katholicisme.
Deze spiritualiteit wordt beïnvloed door een waaier aan religieuze en seculiere inspiratiebronnen christelijke tradities, oosterse religies, theosofie, antroposofie en esoterie en door Nietzsche, Marx en Freud. De avant-gardisten herhalen niet simpel wat hun voorgehouden wordt, maar ontwerpen een autonome, nieuwe, geestelijke zingeving in de chaos van hun tijd.
Sinds de beroemde tentoonstelling The Spiritual in Art van 1986 is er een groeiende belangstelling voor de spirituele dimensie van de moderne kunst. In dit nieuwe boek komt in samenhang daarmee een reeks modernistische kunstenaars voor het voetlicht: o.a. Wassily Kandinsky, Franz Marc, Paul Klee, Hugo Ball, Georg Trakl, Max Jacob, Joseph Beuys en Nederlanders als Piet Mondriaan, Jan Toorop, Lucebert en Aad de Haas.
Deze eerste Nederlandstalige publicatie over het thema avant-garde en religie bevat twaalf essays en verschijnt in een theologische reeks van de Universiteiten Utrecht en Tilburg. Vanuit een speciale expertise aanwezig in het theologisch domein wordt in dit boek niet alleen aandacht besteed aan de omgang met das Geistige in der Kunst door de avant-garde zelf, maar ook aan reacties daarop van gevestigde religies, in dit geval vooral het rooms-katholicisme.
Auteur | | Jattie Enklaar |
Taal | | Nederlands |
Type | | Paperback |
Categorie | | Onderwijs & Didactiek |