Geschiedenis van de Nederlandse quilt
Het maken van een quilt, een doorgestikte deken of lappendeken, kent een lange traditie. In ons land dateren de oudste vermeldingen van wat men toen een culte noemde uit de 13de eeuw. Deze oorspronkelijk zijden culte een product voor de adel en de rijken werd aan het einde van de zeventiende eeuw verdrongen door Indiase handbeschilderde katoenen sits. Deze werden geïmporteerd door de Verenigde Oost-Indische Compagnie en afgenomen door de gegoede burgerij. In de achttiende eeuw leidden de grote hoeveelheden Indiase sits, en ook katoen die in Europese landen werd bedrukt, ertoe dat vrouwen van overblijvende lapjes dekens of spreien gingen maken. Aanvankelijk werden in ons land slechts driehoeken aan elkaar genaaid in een licht-donker patroon, maar al spoedig ontwikkelde zich een manier om ook andere vormen tot hun recht te laten komen in een groter geheel.
Veel dessins die ontstonden, herkennen we achteraf als typisch Nederlands. Ze hebben waarschijnlijk een voorbeeldfunctie gehad voor quilts die vanaf de 19de eeuw in de Verenigde Staten werden gemaakt. Sommige patronen zijn kennelijk door Nederlandse emigranten meegenomen naar hun nieuwe land.
De inventarisatie van de circa 380 nog bestaande Nederlandse antieke quilts in musea, landhuizen, kastelen en bij particulieren heeft geresulteerd in een gedegen overzicht. In het tweede deel van dit boek wordt een selectie gepresenteerd van 71 quilts en doorgestikte textilia. Er is nu een kader waarbinnen antieke quilts met elkaar kunnen worden vergeleken. Ze kunnen ook als inspirerend voorbeeld dienen voor de vele quilts die tegenwoordig in binnen- en buitenland worden gemaakt. De gebruikte materialen, de patronen en de wijze van vervaardiging krijgen uitgebreid aandacht.
Dit boek is het langverwachte, rijk geïllustreerde overzicht voor quilters, quiltliefhebbers en geïnteresseerden in textielgeschiedenis.
An Moonen (Eindhoven, 1948) was conservator-textiel van het Nederlands Openluchtmuseum te Arnhem. In de (inter)nationale quilt- en antiekwereld is zij bekend vanwege haar eerdere publicaties en vele lezingen.
Veel dessins die ontstonden, herkennen we achteraf als typisch Nederlands. Ze hebben waarschijnlijk een voorbeeldfunctie gehad voor quilts die vanaf de 19de eeuw in de Verenigde Staten werden gemaakt. Sommige patronen zijn kennelijk door Nederlandse emigranten meegenomen naar hun nieuwe land.
De inventarisatie van de circa 380 nog bestaande Nederlandse antieke quilts in musea, landhuizen, kastelen en bij particulieren heeft geresulteerd in een gedegen overzicht. In het tweede deel van dit boek wordt een selectie gepresenteerd van 71 quilts en doorgestikte textilia. Er is nu een kader waarbinnen antieke quilts met elkaar kunnen worden vergeleken. Ze kunnen ook als inspirerend voorbeeld dienen voor de vele quilts die tegenwoordig in binnen- en buitenland worden gemaakt. De gebruikte materialen, de patronen en de wijze van vervaardiging krijgen uitgebreid aandacht.
Dit boek is het langverwachte, rijk geïllustreerde overzicht voor quilters, quiltliefhebbers en geïnteresseerden in textielgeschiedenis.
An Moonen (Eindhoven, 1948) was conservator-textiel van het Nederlands Openluchtmuseum te Arnhem. In de (inter)nationale quilt- en antiekwereld is zij bekend vanwege haar eerdere publicaties en vele lezingen.
Auteur | | A. Moonen |
Taal | | Nederlands |
Type | | Hardcover |
Categorie | | Vrije tijd & Hobby |