Zoals in het voorwoord van Deel I van de 'Geïllustreerde Atlas van de Japanse Kampen in Nederlands-Indië 1942-1945' al met enige nadruk is aangegeven, gaat het bij de gepresenteerde gegevens over de internering van burgers en krijgsgevangenen in bezet Indië in hoofdzaak om een reconstructie van de toenmalige situatie op basis van later beschikbaar gekomen gegevens. De voor de hand liggende Japanse bronnen, dus vooral de formele administraties van de afzonderlijke kampen en van de regionale beheersinstanties, zijn in augustus en september 1945 goeddeels vernietigd. Het latere onderzoek is daardoor voornamelijk aangewezen op gegevens uit geallieerde rapporten uit de periode van de Japanse capitulatie en op naoorlogse verklaringen voor gerecht (in Nederlands-Indië de diverse Temporaire Krijgsraden) van slachtoffers, getuigen en beklaagden, verder op kampdagboeken en andere door geïnterneerden geschreven documenten uit de kampperiode, op later opgetekende of mondeling overgedragen ervaringen en ooggetuigenverklaringen, en ten slotte op de omvangrijke 'kampliteratuur' die sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog in Nederland is verschenen.