Ruim 2500 jaar geleden werd in het zuiden van Nepal Siddhartha Gautama geboren. Hij formuleerde een verlossingsleer die de bevolking de mogelijkheid bood te ontkomen aan de eindeloze cyclus van wedergeboorten.
Wie net als hij de geestelijke bevrijding bereikt, heet een boeddha. De leer groeide uit tot een wereldgodsdienst en de eerste historische Boeddha werd deel van een uitgebreid pantheon.
Het oorspronkelijke theravada boeddhisme ontwikkelde zich via het mahayana boeddhisme met zijn helpers in de vorm van bodhisattva's tot het vajrayana boeddhisme met talloze demonische goden. De enorme variëteit aan goden werd vooral in Tibet gevisualiseerd.
Ontwikkelingsgeschiedenis, symboliek en iconografie van het boeddhisme worden besproken aan de hand van in Nepal vervaardigde moderne rolschilderingen, thangka's. Boeddha's, medicijnboeddha's, tara's, bodhisattva's, magiërs, asceten, heiligen, ogenschijnlijk woeste goden als yidams, dharmapala's die de leer beschermen en mandala's zijn de thema's van de schilderingen.