In dit boek worden de biologische vijver, de siervisvijver, de zwemvijver en de spiegelvijver behandeld. Bij de aanleg van een vijver kan gekozen worden tussen het zelf maken van een constructie en het ingraven van een voorgevormde bak. Beide vormen komen aan de orde. Ook wordt ingegaan op de randen, planten, bruggen, vlonders en stapstenen.

Na de aanleg is het belangrijk om het vijverwater helder te houden. In dit boek wordt ingegaan op algengroei, de functie van bacteriën, de voedingsbalans en de zuurgraad. Er wordt ook besproken hoe je de waterwaarden kunt meten. Uitgelegd wordt welke flora en fauna je in de vijver kunt gaan verwachten. Er wordt ingegaan op plantenzones, vissen, insecten en amfibieën. In niet-biologische vijvers wordt vaak gebruikgemaakt van technische hulpmiddelen, zoals vijverpompen en filters. De toepassing van deze pompen en filters en van UVC-lampen wordt in dit boek ook besproken.