Middeleeuwse Studies Band XIII. De laatmiddeleeuwse vroomheidsbeweging van de Moderne Devotie, ontstaan rond de figuur van Geert Grote (1340-1384), kreeg ondermeer gestalte in leefgemeenschappen van mannen en vrouwen die een religieus leven wilden leiden zonder tot een kloosterorde te behoren. Zij noemden zich broeders en zusters van het 'gemene' (gemeenschappelijke) leven. In dit boek beschrijft Weiler, emeritus-hoogleraar in middeleeuwse geschiedenis te Nijmegen en een van de grootste kenners van de Moderne Devotie, de geschiedenis van de twintig huizen van broeders van het gemene leven die in Nederland hebben bestaan. In een appendix worden nog enkele devote gemeenschappen uit de Late Middeleeuwen behandeld die niet direct als broederhuis te beschouwen zijn, maar er wel grote verwantschap mee hadden. Elk huis wordt volgens een zelfde stramien besproken, met veel aandacht voor het intellectuele leven. Van ieder huis is er een uitvoerige opgave van bronnen en literatuur en van de bewaard gebleven handschriften. Een belangrijk hoofdstuk uit de cultuurgeschiedenis van Nederland in de Late Middeleeuwen en de 16de eeuw wordt door dit naslagwerk op deskundige en tegelijk handzame wijze ontsloten.