De abdij van Loosduinen
Omstreeks 1229 besloten graaf Floris IV en zijn vrouw Machteld van Brabant op hun Landgoed Losdun een klooster voor adellijke vrouwen te stichten. Vlaamse vaklui van de cisterciƫnzer orde kregen opdracht tot de bouw. Van hun arbeid bleef alleen de kerk over, een uniek monument van Scheldegotiek. Van wat er in en om die kerk gebeurde van de dertiende tot en met de zestiende eeuw, geeft dit boek een verslag. Veel materiaal, waaronder het grootste deel van het abdijarchief, is voorgoed verdwenen. Met behulp van wat uit andere bronnen kon worden geput en aangevuld ontstond een weliswaar incompleet, maar toch aanvaardbaar beeld van het verleden. Door verwerking van de groeiende recente literatuur over de late Middel- eeuwen was het mogelijk daarbij belangrijke achtergrondinformatie te geven. De Abdij werd hoofdzakelijk bewoond door vrouwen en meisjes - soms al als kind opgenomen - uit de Hollandse en Zeeuwse adel. Later ook uit de gegoede burgerij. De geschiedenis begint met vergaande grafelijke bevoorrechting en protectie en de impuls van een religieuze vrouwenbeweging. Later komen onder meer het verval van de discipline, de Hoekse en Kabeljauwse twisten, de invloed van de Moderne Devotie en de Colligatie van Sibculo ter sprake. De tot het einde toe volgehouden kloostervroomheid eindigt abrupt na de landing van de Watergeuzen. De Staten van Holland herstelden de gehavende kerk en gaven haar in gebruik aan de Hervormde gemeente. Het klooster werd tot de laatste steen afgebroken.
Willem Eike den Hertog (1913) studeerde theologie in Utrecht, was Hervormd predikant in Noordwijkerhout, Den Haag-Loosduinen en Oudbeijerland, ging in 1979 met emeritaat en houdt zich vanaf 1950 bezig met de historie van de voormalige abdij van Loosduinen. De in 1975 voltooide restauratie van de tenminste 750 jaren oude abdijkerk was een stimulans om het resultaat van zijn onderzoek te publiceren.
Auteur | | W.E. den Hertog |
Taal | | Nederlands |
Type | | Bindwijze overig |
Categorie | | Geschiedenis |