'Een denkbeeldig elders' bevat de teksten van tien lezingen over de met de Nobelprijs voor literatuur bekroonde auteurs uit de periode 1999-2008 en hun dankwoorden. In deze periode zijn twee vrouwelijke schrijvers onderscheiden: Elfriede Jelinek en Doris Lessing. Hoe fel er op hun werk werd gereageerd, wordt in deze bundeling geanalyseerd. De toekenningen aan Günter Grass, V.S. Naipaul en J.M. Coetzee hingen al lange tijd in de lucht; dat gold ook voor Orhan Pamuk, die door velen echter `te jong werd geacht. De prijzen voor Gao Xingjian, Imre Kertész en J.M.G. Le Clézio waren min of meer verrassend. De kwaliteit van het toneelwerk van Harold Pinter was onomstreden, toch was de bekroning geenszins verwacht.De combinatie van lezingen en dankwoorden maakt dit boek bijzonder. De tien schrijvers die de lezingen hielden, werden daartoe door het PEN-bestuur uitgenodigd op basis van hun kennis van het werk van de Nobelprijswinnaar. Biografische details, persoonlijke appreciatie en algemene typeringen wisselen elkaar af. Tezamen met de tien in Stockholm uitgesproken dankwoorden geven ze een prachtig beeld van de rijke verbeeldingswereld van tien belangrijke hedendaagse schrijvers, hoe verschillend zij ook zijn in achtergrond, stijl en thematiek.