Tribuut aan China
In dit boek wordt het grillige verloop van de ruim vier eeuwen oude Neder- lands-Chinese betrekkingen in een breed cultuur-historisch perspectief geplaatst. Kaapvaart op de Chinese kust, 't verwaarloosd Formosa, de gezantschappen aan het Mantsjoehof in Peking, de thee en porselein handel te Kanton, de Koloniale verhoudingen in Zuidoost Azië, de Chinese eetcultuur in Nederland, Sneevliet, Slauerhoff, Van Gulik en Ivens. Het is maar een greep uit de vele onderwerpen en namen die deel uitmaken van het fascinerende verhaal over een geslaagde ontmoeting tussen Oost en West.
In het traditionele Chinese wereldbeeld reikte de uitstraling van het keizerlijk hof tot ver over de grenzen. Dit ideaal vond zijn uitdrukking in het ritueel waarmee de betrekkingen met de ‘barbaren’ geregeld werden. Het tribuut- stelsel verplichtte de buurlanden regelmatig afgezanten naar het Chinese Hof toe te sturen om eerbied te betuigen aan de Zoon des Hemels. Als blijk van trouw boden zij bij die gelegenheid produkten uit het eigen land aan. Langzamerhand ontaardde het tribuutstelsel in een verkapt internationaal handelssysteem. Steeds omvangrijker karavanen sloten zich bij de gezanten aan om hun exotische waar op de markten van de hoofdstad af te zetten. De Nederlandse kooplieden in de zeventiende eeuw hadden maar weinig begrip voor deze manier van handeldrijven. Pogingen om een handelspost te vestigen aan de Chinese kust mislukten keer op keer.
In Zuidoost-Azië lag het anders. Daar werd de basis gelegd voor de nauwe samenwerking tussen Nederlanders en Chinezen. Er bestond van Chinese zijde zelfs waardering: ‘alle vreemdelingen zijn blind in het zakendoen, slechts de Hollanders hebben één oog, terwijl de Chinezen er over twee beschikken’ is een Chinees gezegde uit de achttiende eeuw. In Nederland bestaat ook waardering voor de Chinese ondernemingslust. Hierop wordt gedoeld als Nederlanders zich de Chinezen van Europa noemen.
In het traditionele Chinese wereldbeeld reikte de uitstraling van het keizerlijk hof tot ver over de grenzen. Dit ideaal vond zijn uitdrukking in het ritueel waarmee de betrekkingen met de ‘barbaren’ geregeld werden. Het tribuut- stelsel verplichtte de buurlanden regelmatig afgezanten naar het Chinese Hof toe te sturen om eerbied te betuigen aan de Zoon des Hemels. Als blijk van trouw boden zij bij die gelegenheid produkten uit het eigen land aan. Langzamerhand ontaardde het tribuutstelsel in een verkapt internationaal handelssysteem. Steeds omvangrijker karavanen sloten zich bij de gezanten aan om hun exotische waar op de markten van de hoofdstad af te zetten. De Nederlandse kooplieden in de zeventiende eeuw hadden maar weinig begrip voor deze manier van handeldrijven. Pogingen om een handelspost te vestigen aan de Chinese kust mislukten keer op keer.
In Zuidoost-Azië lag het anders. Daar werd de basis gelegd voor de nauwe samenwerking tussen Nederlanders en Chinezen. Er bestond van Chinese zijde zelfs waardering: ‘alle vreemdelingen zijn blind in het zakendoen, slechts de Hollanders hebben één oog, terwijl de Chinezen er over twee beschikken’ is een Chinees gezegde uit de achttiende eeuw. In Nederland bestaat ook waardering voor de Chinese ondernemingslust. Hierop wordt gedoeld als Nederlanders zich de Chinezen van Europa noemen.
Auteur | | Leonard Blussé |
Taal | | Nederlands |
Type | | Hardcover |
Categorie | | Onderwijs & Didactiek |