In 1953 werden de eerste vier van de in totaal zes diesel-elektrische locomotieven serie 2600 indienstgesteld bij de Nederlandsche Spoorwegen. Deze zesassige machines met een dienstvaardig gewicht van 108 ton waren ontworpen voor het trekken van reizigerstreinen; hiertoe waren ze voorzien van een verwarmingsgenerator die het mogelijk maakte de aangekoppelde rijtuigen te verwarmen.
In dit boek wordt met name de ontstaansgeschiedenis uitgebreid besproken: een langdurige en moeizame fase waarin vijf Nederlandse industrieën probeerden om de ontworpen locomotief aan de eisen van de NS te laten voldoen. Een groot deel van de order voor oorspronkelijk 27 locomotieven werd in 1948 geannuleerd. De zes uiteindelijk gebouwde machines vielen dermate zwaar uit dat ze voor de NS moeilijk inzetbar bleken. 160 blz