In 1929 werden bij de Nederlandse Spoorwegen in totaal tien locomotieven serie 6100 in dienst gesteld, gebouwd door Hohenzollern en Werkspoor. Vanuit hun eerste depot Hilversum hielden deze tenderlocomotieven zich, behalve met de steeds zwaarder wordende forensentreinen van Amersfoort en Utrecht naar Amsterdam onder meer bezig met het rijden van de sneltreinen tussen Twente en de hoofdstad van ons land. Later was de serie voornamelijk in Amersfoort gestationeerd, tot de spoorwegstaking van 1944 een einde maakte aan een regelmatige dienstuitvoering.
Na de oorlog was het aanvankelijk depot Hengelo waar de zeven overgebleven 6100én waren aan te treffen, onder andere voor treinen met Britse verlofgangers naar en van Bentheim. Twee locomotieven serie 6100 hielden het uit tot de volledige ontstoming bij de NS in 1958, met weinig tot de verbeelding sprekende diensten vanuit depot Maastricht.
Dit boek geeft naast een beschrijving van de aanloop tot de bouw, het proefrijden tussen Zwolle en Groningen tevens een overzicht van constructiewijzigingen, 29 jaar dienstuitvoering en de uiteindelijke ondergang van deze serie. Veel nog niet eerder gepubliceerde foto's, tekeningen en documenten illustreren de tekst.
152 blz