Wie in het leven heeft ervaren hoe zich steeds opnieuw konfrontaties voordoen met lijden, met de leegte en holheid van het bestaan, kan een krachtige innerlijke drang voelen opkomen om zich hier radikaal van te bevrijden. We kunnen gewend zijn om instant-bevrijding te bereiken door onze toevlucht te nemen tot zintuiglijke ervaringen, tot allerlei buiten onszelf gelegen objekten en personen. Deze bevrijding
bestaat echter alleen in wisselwerking met lijden en leegte.
Radikale bevrijding kan tot stand komen door toevlucht te nemen tot iemand die deze bevrijding voor zichzelf heeft verwezenlijkt (de Boeddha), datgene wat hij heeft onderwezen (de Dhamma) en tot de onderwezen leerlingen die deze bevrijding ook hebben weten te bereiken (de Sangha). Op een dergelijke manier wordt de geest gericht op de verwerkelijking van Bodhi (Bodhicitta).
De Paramita's of Volmaaktheden zijn te beschouwen als wegbereiders voor de Verlichting. Ze worden altijd door twee essentiële faktoren begeleid: door Mededogen (Karoena) en de Kennis van de Juiste Middelen (Panna). Dit houdt in dat iemand door de ontwikkeling van een Paramita niet alleen blijk geeft van een groot mededogen voor zijn omgeving, maar dat hij door middel van de betreffende Paramita ook werkelijk in staat is hulp te bieden. Dit boekje als geheel is bovendien te beschouwen als een eye-opener voor diegenen die het slachtoffer zijn van verkeerde ideeën over het Therawada Boeddhisme. In dit boekje zal duidelijk worden dat alle Boeddhisten gedreven worden door het Grote Mededogen. Het boekje is een weergave van een reeks Leringen die door de Eerwaarde Dhammawiranatha Nayaka Thera in 1984 gehouden zijn ter gelegenheid van een tiendaagse retraite. De Eerwaarde Thera ondeiwijst de Dhamma sinds 1977, waarbij hij zich volledig inzet voor het geestelijk welzijn van velen.