Lin Scholte werd in 1921 geboren in Batudjadjar, een kleine garnizoensplaats boven Bandoeng.
Haar vader was een Amsterdammer die voor het Indische leger getekend had, haar moeder een Javaanse. Over die uitzonderlijke vrouw ging het eerste boek van Lin Scholte. 'Anak Kompenie’ (1965), dat in korte tijd vier drukken beleefde. Haar nieuwste boek, ‘Bibi Koetis voor altijd', handelt over een tante (bibi), Koetis genaamd, die het gezin overal vergezelde. Het is in zekere zin een aanvulling en een uitbreiding van het eerste boek, maar met nog meer overgave geschreven, met grotere intensiteit beleefd, vooral het tweede deel, dat de situatie van de Indo-europeanen in de bezettingstijd en de levensgevaarlijke naoorlogse periode beschrijft, vlak na de capitulatie van Japan.
Nooit eerder is het Indische kazerne- en kampementsleven en die gesloten samenleving van lagere militairen zo van ‘binnenuit’ en zo authentiek beschreven. ‘Boeken als deze (half documentaire, half roman) zijn uniek. Je ziet hier een “Inlandse wereld” geobserveerd door iemand die er deel van uitgemaakt heeft, maar er natuurlijk al op een afstand van staat’ aldus Rob Nieuwenhuys, de kenner bij uitstek van de Indische letterkunde.