In dit boek worden tien oeroude regels besproken die door de Bedenker ervan een leven garanderen van vrijheid en onbezorgdheid. Toch worden de Tien Geboden door veel mensen gezien als een stel achterhaalde regels die je alleen maar inperken en je een beklemd gevoel geven. Maar waar is nou iets mis mee, met die Tien Geboden, of met de manier waarop wij ermee omgaan?

Niet doden, niet echtbreken, niet stelen, niet liegen, niet begeren. Sommige geboden lijken nogal voor de hand te liggen, andere lijken erg achterhaald of niet meer relevant. Hoe waardevol zijn deze geboden nog? Kunnen we er nog wat mee in de wereld van vandaag? Had God duizenden jaren geleden gelijk, toen Hij zijn bevrijde volk Israël deze regels op het hart bond?