Hugo de Groot, De Vrije Zee
Mare liberum is één van die juweeltjes waarvan de wereldliteratuur er meer kent: kleine werkjes die onverwachts, en haast onbedoeld, een weerklank of discussie opriepen die niet meer verstommen zou.
De korte verhandeling ter verdediging van de vrijheid van zeevaart en handel werd vierhonderd jaar geleden op verzoek van de VOC gepubliceerd door de toen 25-jarige Haagse advocaat Hugo de Groot. De aanwezigheid van de Compagnie in Indische wateren en haar handelsactiviteiten aldaar werden scherp aangevochten door de Spaanse Kroon, die het alleenrecht in dat werelddeel claimde. Het geschil lag ter tafel bij de onderhandelingen die in 1609 leidden tot het Twaalfjarig Bestand met Spanje.
Mare liberum verscheen anoniem, in voorjaar 1609. De in het werkje verwoorde stelling lokte scherpe reacties uit, ook vanuit Engeland. Het was de opmaat voor twee bilaterale conferenties en een eeuw van scherpe rivaliteit, inclusief drie zee-oorlogen, tussen de twee grootste handelsmogendheden van de 17e eeuw.
Maar de invloed van het werkje zou verder reiken. Hoewel een gelegenheidsuitgave binnen een politieke context, verdedigde Mare liberum een principieel standpunt, gebaseerd op een natuurrechttheorie.
Dit was geen toeval. Het traktaatje was de revisie van een hoofdstuk van een uitgebreider verhandeling, die Grotius enige jaren eerder schreef maar in portefeuille hield, De iure praedae (‘Het recht op buit’). Daarin ontwikkelde hij een theorie over het recht van oorlog en buitname, die hij in 1625 in zijn majestueuze De iure belli ac pacis (‘Het recht van oorlog en vrede’) nader zou uitwerken tot een grondslag voor het moderne volkenrecht.
Maar ook op eigen titel zou Mare liberum van blijvende invloed zijn. In 1635 diende de Engelsman John Selden Grotius krachtig van repliek in zijn Mare Clausum. Tot op de dag van vandaag vormen deze twee verhandelingen de pijlers van het zeerechtdenken: Grotius’ gedachte van de ‘Common Heritage of Mankind’ in dialoog met de economische belangen van de naties.
De hier gepresenteerde Latijnse tekstuitgave en Nederlandse vertaling is de eerste in lange tijd. Een substantiële inleiding plaatst de wording van Mare liberum in de historische context van de vaderlandse strijd om politieke onafhankelijkheid en economische ontplooiing.
De korte verhandeling ter verdediging van de vrijheid van zeevaart en handel werd vierhonderd jaar geleden op verzoek van de VOC gepubliceerd door de toen 25-jarige Haagse advocaat Hugo de Groot. De aanwezigheid van de Compagnie in Indische wateren en haar handelsactiviteiten aldaar werden scherp aangevochten door de Spaanse Kroon, die het alleenrecht in dat werelddeel claimde. Het geschil lag ter tafel bij de onderhandelingen die in 1609 leidden tot het Twaalfjarig Bestand met Spanje.
Mare liberum verscheen anoniem, in voorjaar 1609. De in het werkje verwoorde stelling lokte scherpe reacties uit, ook vanuit Engeland. Het was de opmaat voor twee bilaterale conferenties en een eeuw van scherpe rivaliteit, inclusief drie zee-oorlogen, tussen de twee grootste handelsmogendheden van de 17e eeuw.
Maar de invloed van het werkje zou verder reiken. Hoewel een gelegenheidsuitgave binnen een politieke context, verdedigde Mare liberum een principieel standpunt, gebaseerd op een natuurrechttheorie.
Dit was geen toeval. Het traktaatje was de revisie van een hoofdstuk van een uitgebreider verhandeling, die Grotius enige jaren eerder schreef maar in portefeuille hield, De iure praedae (‘Het recht op buit’). Daarin ontwikkelde hij een theorie over het recht van oorlog en buitname, die hij in 1625 in zijn majestueuze De iure belli ac pacis (‘Het recht van oorlog en vrede’) nader zou uitwerken tot een grondslag voor het moderne volkenrecht.
Maar ook op eigen titel zou Mare liberum van blijvende invloed zijn. In 1635 diende de Engelsman John Selden Grotius krachtig van repliek in zijn Mare Clausum. Tot op de dag van vandaag vormen deze twee verhandelingen de pijlers van het zeerechtdenken: Grotius’ gedachte van de ‘Common Heritage of Mankind’ in dialoog met de economische belangen van de naties.
De hier gepresenteerde Latijnse tekstuitgave en Nederlandse vertaling is de eerste in lange tijd. Een substantiële inleiding plaatst de wording van Mare liberum in de historische context van de vaderlandse strijd om politieke onafhankelijkheid en economische ontplooiing.
Auteur | | Hugo de Groot |
Taal | | Nederlands |
Type | | Hardcover |
Categorie | |