Het boek Dei Gloria Intacta, bevattende het christelijke inwijdingsmysterie van het heilige Rozenkruis voor de nieuwe eeuw, vormt het standaardwerk van de Geestesschool van het Gouden Rozenkruis.

Het werk vangt aan met een proloog die deels ontleend is aan Fama Fraternitatis Roseae Crucis - waarmee het tot uiting wil brengen dat de hedendaagse manifestatie van het Geestesschool, het Lecorium Rosicrucianum, niet aan nieuwlichterij doet, doch de voortzetting vormt van een roep die reeds eeuwenlang weerklonken heeft - en anderdeels aan het Nieuwe Testament - daarmee aangevend dat in deze roep het Christusmysterie, zoals ons dat in het Boek der Boeken geopenbaard wordt, centraal wordt gesteld.
Het centrale deel van het boek geeft een heldere, maar diepzinnige beschrijving van het pad van inwijding, waarin drie fasen kunnen worden onderscheiden die elk zevenvoudig van aard zijn, en daarom worden aangeduid als drie "zevenkringen": de eerste zevenkring - de wedergeboorte van de zielegestalte , de derde zevenkring - de wedergeboorte van de geestgestalte.
Aan het eind van zijn boek gaat de auteur uitvoerig in op de consequenties die de beschreven drievoudige wedergeboorte voor de mens heeft en op de taak die de Geestesschool hierbij in de huidige mensheidsperiode te vervullen heeft.
Het boek heeft de eigenschap altijd nieuw te blijven. Naarmate het bewustzijn van de ernstige bestudeerder zich uitbreidt, zal hij namelijk de bevrijdende en verblijdende boodschap die er in vervat is, zich in steeds grootser perspectief voor zijn innerlijke oog zien openvouwen.