WOORD VOORAF

Geïllustreerde uitgave.
De pelgrimstocht van Hoorn gaat me zeer ter harte, omdat ik die als journalist tientallen jaren van heel nabij heb meegemaakt. Derhalve was ik graag bereid een voorwoord te schrijven voor het boek over de recente historie van de stad, dat drukkerij Edecea uitgeeft.Het is me opgevallen, dat de schrijver van de tekst, Willem Braasem, de sfeer van het Hoorn „van toen" zo goed heeft aangevoeld. Hij woont nog maar betrekkelijk kort in de Coenstad en hoewel hij een vakman is als het op schrijven aankomt, moest hij nog bewijzen, dat hij de juiste melodie zou weten te ontlokken aan de harp die herinnering heet. Hij heeft het inderdaad bewezen, want dit boek is voor mensen die al die Hoornse toestanden hebben meegemaakt een Prachtig stuk jeugdsentiment en voor de newcomers en de jongeren een kostelijke verzameling platen met een intrigerende tekst. De heer Braasem is een romanticus, een gevoelsmens, een beetje
„ouderwets" en daarom heeft hij de sfeer van het oude Hoorn zo goed weten te benaderen, een sfeer die kennelijk tot de époque behoorde, een époque die hem „ligt". Natuurlijk was hij niet op de hoogte met alle historische bijzonderheden van de dingen die hij aan de hand van de vele foto's moest beschrijven, maar dat bezwaar werd volkomen ondervangen doordat Hans de Ruyter de Wildt zijn medewerking verleende in die zin, dat hij een belangrijk aandeel had in de samenstelling van de collectie foto's en de toelichtingen daarop. De heer De Ruyter de Wildt kennende, weet ik, dat de zaken die in het boek staan vermeld, juist zijn. Want hij is een perfectionist, die ülles van Hoorn afweet. De samenstellers hebben het boek gelardeerd met fijne gedichten van Klaas J. Dekker en Han G. Hoekstra alsmede fraaie tekeningen van J. C. Kerkmeijer en Peter Dorleijn. En ze hebben ook de goede gedachte gehad om de sfeer van weleer nog eens te laten overkomen door middel van advertenties uit vergeelde jaargangen van plaatselijke bladen. Over de vormgeving kan ik kort zijn: de heer K. Korpershoek jr., directeur van Edecea, heeft die zelf verzorgd en hij deed dat met eveneens veel gevoel voor sfeer. Uit zijn privé-collectie is ook een aantal
foto's opgenomen. Ik vind dit een heerlijk boek; het heeft geen pretentie te streven naar volledigheid, het geeft een impressie. Maar dikwijls een heel verrassende impressie en het weet dingen op te halen — bij de oudere Hoornaars
dan — die al lang in de grote kast der vergetelheid rustten. Jac. Groot Alkmaar, april 1972 5