De volgende onderwerpen worden besproken: aanwijzingen voor het bestaan van een genetische predispositie tot problematisch alcoholgebruik dan wel alcoholisme; het maatschappelijk beeld van de alcoholist; de maatschappelijke gevolgen van een genetische duiding van alcoholisme, in positieve zin met betrekking tot behandeling en preventie, in negatieve zin met betrekking tot stigmatisatie en uitstoting. Verder worden vier toekomstscenario’s geschetst aan de hand van de assen van al dan niet snelle technologische ontwikkeling en implementatie versus meer dan wel minder maatschappelijke acceptatie van genetica in het algemeen. De scenario’s variëren met betrekking tot al dan niet feitelijke invoering van nog te ontwikkelen tests en ook zijn er verschillen met betrekking tot consequenties voor dan wel uitstoting van risicopersonen. Ook de geschiedenis van alcoholgebruik en de duiding dan wel bestrijding van alcoholisme komen aan bod en de rol van de overheid en maatschappij daarbij.

Ook wordt ingegaan op de opvatting die stamt uit de 19e eeuw, die zegt dat alcoholisme een kenmerk van degeneratie is die de ‘raszuiverheid’ bedreigt. Als laatste wordt ingegaan op het idee dat alcoholisme en overige verslavingen gezien worden als hersenziekten die behandeld moeten en kunnen worden.