Van boegbeeld tot kroonjuweel
In 1988 wordt het honderdjarige Concertgebouworkest Koninklijk. En het krijgt een nieuwe chef-dirigent: de Italiaan Riccardo Chailly treedt aan als opvolger van Bernard Haitink. Het zijn moeilijke tijden. Begrotingstekorten en de muzikale ambities van dirigent en orkest dwingen tot het verzakelijken van het bedrijfsvoering. Nieuw aantredend bestuursvoorzitter Scherpenhuijsen Rom omringt zich met toplieden uit het bedrijfsleven.
Na het overlijden van artistiek directeur Hein van Royen in 1991 is het orkest jarenlang lijdend voorwerp van wat het zelf zal typeren als het 'KCO-dilemma': de zoektocht naar de juiste balans tussen 'artistieke diversiteit' en 'rendabele bedrijfsvoering'. Terwijl het orkest in rap tempo zijn tekorten inloopt, wordt de zakelijk-artistieke koers van het orkest inzet van een belangenstrijd waarin Van Royens opvolger Jan Zekveld sneuvelt. De combinatie met de in 1992 aangetreden zakelijk directeur Willem Wijnbergen - op papier een dream team - blijkt achteraf een ongelukkige. Pas in 1998/1999 keert met de benoeming van algemeen directeur Jan Willem Loot en artistiek leider Joel Ethan Fried de rust weer. Er blijven hobbels te nemen, zoals het instorten van de internationale cd-markt en het vertrek van Chailly in 2004.
Dit boek over de laatste twintig jaar van het Koninklijk Concertgebouworkest beschrijft een periode die veel meer is dan een willekeurige episode uit de geschiedenis van een toporkest. Het beschrijft hoe bestuur, orkeststaf en musici hun KCO-dilemma aanpakten en oplosten.
Auteur | | H. Posthuma De Boer-Klautz |
Taal | | Nederlands |
Type | | Paperback |
Categorie | | Kunst & Fotografie |