Dat het Van Gogh Museum in Amsterdam staat, is over de hele wereld bekend. Maar dat Vincent van Gogh zelf ruim een jaar in de hoofdstad heeft gewoond, weet niet iedereen. Hij volgde er lessen om later theologie te kunnen studeren, want hij wilde dominee worden. Maar veel liever dan studeren, zwierf hij door de straten van Amsterdam op zoek naar kerken en boekwinkels. In brieven aan zijn broer Theo schreef hij over zijn leven in de stad, over de diensten die hij bijwoonde in een van de prachtige kerken of over de bezoeken die hij bracht aan het Trippenhuis, waar hij onder andere de schilderijen van zijn geliefde kunstenaar Rembrandt bewonderde. Na een jaar besloot hij te stoppen met de vooropleiding en verliet hij Amsterdam. Later, toen hij eenmaal kunstenaar was geworden, kwam hij er een enkele keer kort terug, onder andere om het nieuwe Rijksmuseum te bezoeken.
Van Gogh schreef in zijn brieven aan Theo met grote gevoeligheid over de mensen in zijn omgeving, de gebouwen in de stad en de rijkdom aan kunst. De uitgebreide beschrijvingen van zijn voettochten in deze brieven vormen de basis voor de stadswandeling in dit boek. De wandelaar wordt door Van Gogh geleid langs de plekken in Amsterdam die voor hem van betekenis waren. De wandeling begint bij de Marinekazerne Amsterdam naast het Scheepvaartmuseum, waar Van Gogh woonde, en eindigt bij de plek waar de grootste verzameling van zijn schilderijen en tekeningen zich bevindt: het Van Gogh Museum.