Na jarenlang in 'de provincie' in Bachs Matteüspassie te hebben gezongen, komt voor Edward Schneider de doorbraak: onder de beroemde dirigent Stanislaus Agincourt excelleert hij in de Christuspartij in het Concertgebouw. Zes dagen later wordt de bas-bariton dood aangetroffen. Kennelijk is hij op Goede Vrijdag rond drie uur - het bijbelse negende uur - overleden. Naast hem ligt een partituur van de Matteüs, opengeslagen bij de woorden van de stervende Christus: Eli, Eli, lama asabthani'. Een rechercheur neemt de zaak in onderzoek. Zijn speurtocht naar leven en dood van Schneider contrasteert met een rijk portret van Johann Sebastian Bach, geschilderd in de week voor de eerste uitvoering van zijn Matteüspassie op 15 april 1729. Samen met het lijdensverhaal komen deze lijnen bij elkaar in een driestemmige fuga met een aangrijpend, mystiek slot.
Het negende uur is een metafysische detective, een verhaal over kunstenaarschap en moraliteit, een eerbetoon aan Bachs meesterwerk, een verkenning van het religieuze wereldbeeld.

Pieter Nouwen debuteerde in 1991 met de verhalenbundel De god in de machine, die genomineerd werd voor de AKO-Literatuurpri)s. In 1993 verscheen zijn roman De lichtwachter.