De Salvadoranen zijn voor het overgrote deel van Indiaans-Spaanse afkomst; ze zijn mestiezen - 'geen bier maar ook geen limonade'. Toch is de Indiaanse invloed nog maar klein, beperkt tot enkele typische gerechten en uitdrukkingen. De cultuur is Spaans, met een steeds grotere Noord-Amerikaanse inslag. In het kleine El Salvador maakte vanaf de onafhankelijkheid van Spanje in 1821 een kleine groep grootgrondbezitters de dienst uit. Als hun eigen koffieplantage bestuurden 'de veertien families' het land. Wanneer hun positie in gevaar kwam, traden ze keihard op: ze manipuleerden verkiezingen, pleegde staatsgerepen en intimideerden en vermoordden hun tegenstanders. In de jaren zeventig werden de spanningen in de samenleving steeds groter. De uitslag van de verkiezingen van 1972 en 1977 werd vervalst, doodsekaders gingen steeds drastischer te werk. In 1981 verklaarde de linkse beweging FMLN de regering de oorlog. Tien jaar duurde de strijd en er vielen 75.000 doden. Geen der partijen won, maar het vredesakkoord van 1992 bevat belangrijke afspraken over landhervorming, mensenrechten en democratische verhoudingen. Daarmee probeert El Salvador sindsdien een nieuwe samenleving op te bouwen.
Chris van der Borgh is politicoloog en verbonden aan de Universiteit Utrecht. Hij heeft El Salvador vanaf 1988 regelmatig bezocht. In 1992 werkte hij er voor een internationale organisatie. Tussen 1994 en 1998 verrichte hij onderzoek naar het proces van wederopbouw in het naoorlogse El Salvador.