Wie de tien dagboeken leest die in deze bundel zijn verzameld, komt niet alleen meer te weten over de ins en outs van het filmen, maar ontdekt tevens dat hier een generatie filmmakers aan het woord is die overstroomt van de ideeën, die niet bang is om risico's te nemen en die een aanstekelijk gevoel van plezier in het filmmaken tentoonspreidt. Hoe verschillend de achtergronden en films ook zijn, de generatie die nu staat te popelen om films te maken trekt zich niets aan van overgeleverde ideeën over hoe het hoort en wat gepast is of niet. Of dit nu een sign of the times is of niet, deze cineasten doen wat ze willen. Ze schromen niet verontrustende vragen te stellen over de morele grenzen van het filmmaken, blazen en passant het onderscheid op tussen fictie en documentaire, en snijden gevoelige onderwerpen aan. Met 'nix' hebben ze niets, met een nieuwe vorm van engagement des te meer. Bovendien zijn deze filmmakers stuk voor stuk talentvol en bepalend voor de Nederlandse cinema van morg