De opzet van deze nieuwe reeks is eenvoudig: in elk album worden vier ‘stadslegenden’ verteld, getekend door vier verschillende auteurs. Stadslegenden gaat over geruchten en gruwelijke verhalen waarvan je graag wilt geloven dat ze echt zijn gebeurd, maar die in feite nauwelijks werkelijkheidsgehalte hebben. In het eerste deel maken we kennis met vier stadslegenden, waaronder:

De bende van de koplampen: het inwijdingsritueel van een bende bestaat eruit om het kandidaat-lid midden in de nacht in een auto met gedoofde koplampen de weg op te sturen. De eerste tegenligger die hem lichtsignalen geeft, moet hij van de weg rijden. Het verhaal wordt verteld door een toekomstig lid van de bende...

Het mobieltje: twee vriendinnen delen samen een appartement. Een van hen gaat op een avond uit. De ander installeert zich met een bord voor de televisie. Dan wordt er aan de deur gekrabd en hoort het meisje gorgelende geluiden en gedempte kreten. Ze vlucht de badkamer in, glijdt uit, stoot haar hoofd en raakt bewusteloos. De jonge vrouw heeft niet de gelegenheid gehad het sms’je te lezen op haar mobieltje dat nog in de woonkamer ligt. Het bericht is van de vriendin: haar keel is afgesneden op de parking voor hun huis. Ze kon wel nog de voordeur van de flat bereiken, maar haar vriendin was zo bang geworden dat ze deur niet open durfde te doen...