Nederlands/Engels

De aquarellist en de schilder Jan Hendrik Weissenbruch kijkt naar Ruisdael en Vermeer. De landschappen van deze 17de-eeuwse meesters vormen zijn uitgangspunten. De Romantiek van Schelfhout beïnvloedt hem kort. Hij ontwikkelt zijn eigen gevoel voor licht. Na 1880 wordt Weissenbruchs werk atmosferischer en neemt vereenvoudiging toe. De ware revolutie voltrekt zich rond 1900 als het geschilderde landschap abstractie wordt, voorbij de Haagse School.