De stad Alkmaar vormde rond 1600 een belangrijk knooppunt in het spirituele netwerk van Europa. Cornelis Drebbel (1572-1633), een Alkmaarder van formaat, was hierin een sleutelfiguur. Het meest bekend is hij wellicht als uitvinder van de eerste onderzeeboot, waarvan ooggetuigen schreven dat die destijds drie uur onder water kon blijven. Zijn interesses strekten zich uit over gebieden als kunst, wetenschap, politiek, alchemie en filosofie. Drebbel was een echte universalist, een 'uomo universale', zoals er in die tijd, aan het begin van de noordelijke renaissance wel meer in Europa waren. Deze bundel belicht een andere zijde van Drebbel: het belang van zijn spirituele activiteiten, die in 1607 uitmondden in een boekwerkje met de titel 'Wondervondt', uitgegeven door Gerrit Pieterszoon Schagen. De titelpagina eindigt met 'Oock mede bygevoeght een Boeck Pymander, beschreven van Mercurius driemael de grootste, die ook een Philosooph en Priester, en Coningh soude in Egypten gheweest hebben, in de tijdt van Moses'.