De bronnen van het innerlijke christendom
De 20ste eeuw is de geschiedenis ingegaan als de eeuw waarin mens toegang heeft gekregen tot de bronnen van de Gnosis. De in 1945 in Nag Hammadi tevoorschijn gekomen schat wordt een gnostieke bibliotheek genoemd. Er blijkt uit dat de hermetische geschriften, ook wel de Gnosis genoemd, niet alleen een christelijke signatuur hebben. Want de Gnosis is in elke cultuur, en in iedere tijd terug te vinden. Gnosis wil zeggen: innerlijke kennis, kennis van de grond van ons bestaan van de relatie tussen mens, kosmos en God. De Nag Harnmadi-vondst bevatte onder andere het Thomas-evangelie, dat niet spreekt van de geboorte van Jezus, niet over kruisiging, niet over zonde, schuld en boete. De 114 Woorden van Jezus in dit vroegste evangelie plaatsen ons voor korte, kernachtige paradoxen, daar waar tijd en ruimte worden doorkruist door de golfslag van de eeuwigheid. Ook De Verhandeling over de Opstanding ofwel De brief aan Rheginos, maakt deel uit van de Nag Hammadi-bibliotheek. Zij handelt over het mysterie van de Opstanding van de individuele mens, niet na de dood, maar tijdens het leven. Zij heeft vele parallellen met het eveneens aan Valentinus toegeschreven Evangelie der Waarheid en met het Evangelie van Philippus. De inhoud ervan plaatst ons voor de mogelijkheid en de noodzaak van terugkeer van onze werkelijke identiteit, het ware Zelf, tot haar oorsprong.
Auteur | | P.F.W. Huijs |
Taal | | Nederlands |
Type | | Paperback |
Categorie | | Religie, Spiritualiteit & Filosofie |