In het derde deel van deze serie standaardwerken over de bewapening van de Nederlandse strijdkrachten wordt aandacht besteed aan de Koninklijke Marine. Beschreven worden de draagbare wapens die tussen 1896 en 1942 deel uitmaakten van de uitrusting van de Koninklijke Marine, het korps Mariniers en de Marineluchtvaartdienst. Achtereenvolgens worden behandeld: revolvers en pistolen, geweren en karabijnen, mitrailleurs, pistool-mitrailleurs en seinpistolen. Ook handgranaten en de gebruikte munitie komen aan bod. Voorzien is in een groot aantal illustraties: afbeeldingen van de wapens zelf uit verschillende collecties, tekeningen en foto's uit de betreffende periode. In dit boek wordt voor het eerst een compleet overzicht gegeven van alle modellen draagbare Marine-vuurwapens en hun datum van invoering.