Droogleggers aan de Oosterschelde

Dit is het derde, maar op zich staande deel van een trilogie over de herdijking van het eiland Noord- Beveland in 1598, nadat het zestig jaar eerder onder de golven was verdwenen na de St. Felixvloed van 1530.
Pioniers aan de Oosterschelde handelde over de eerste inwoners van de nederzetting Catz, een klein pioniersdorp aan de Oosterschelde, bevolkt door mensen die van alle kanten waren komen aanzetten: gedroste soldaten, Vlaamse vluchtelingen, boerenzonen van elders, achtergebleven dijkwerkers, avonturiers en mensen die op de loop waren.
Hervormers aan de Oosterschelde beschreef de eerste voorgangers in Noord-Beveland en hun strijd met wispelturige en weerbarstige leden van het ruwe kerkvolk.
Droogleggen aan de Oosterschelde handelt over de geschiedenis van de inpoldering zelf en van degenen die met de inpoldering van het eiland bezig zijn geweest, zoals de rentmeesters van de graaf van Hohenlohe en van Philips Willem, de bedijkers en dijkgraven, de stadhouder van de Zeeuwse rentmeester Bewesterschelde, de schout en andere bestuurders van het eiland. Het is het verhaal van het moeizame begin met herhaalde dijkvallen en pestepidemieën, geschilderd tegen de achtergrond van de Hollandse Gouden Eeuw.
Prof.mr. J.Th. de Smidt over de geriater dr. J.V.B. Welten. de auteur: 'Het is de betrokkenheid van de dorpsarts die hem in staat stelt de oude bronnen op unieke wijze te interpreteren. Het is een nieuw geluid dat op het oude historische erf de aandacht zal trekken'.