Gedurende vele eeuwen is de Nederlandse vrachtvaart in Europese wateren de ruggegraat geweest van het economische leven in de Republiek. Terwijl handel en scheepvaart zich steeds in een grote belangstelling hebben mogen verheugen, komt liet varend volk zelf meestal niet of nauwelijks aan bod. In dit boek krijgen de varensgasten de aandacht die ze verdienen. Zij immers hebben hun leven gewaagd tot meerdere rijkdom en het welvaren van de Republiek. Waar kwamen deze zeelieden vandaan? Onder welke omstandigheden moesten zij hun brood verdienen? Hoe maakte een zeeman carrière en wat had hij daarvoor nodig? Aan hoeveel handen bood de vrachtvaart werk? Met behulp van zogenaamde scheepsverklaringen en bevrachtingscontracten weet de auteur een kleurrijk en gedetailleerd beeld te geven van de vrachtvaart, het leven aan boord, de zeelieden en de koopvaardij als bron van werkgelegenheid.