Stoomtractie bij de Nederlandse Spoorwegen 1944-58
Na de bevrijding van het zuiden van Nederland beleefde de stoomtractie nog één keer een korte bloei. Omdat het elektrische en dieselelektrische materieel van de NS praktisch geheel vernield of weggevoerd was, viel de last van de wederopbouw geheel op de stoomlocomotieven.
Deze terugschakeling was echter van korte duur. De NS kon haast niet anders dan doorgaan met elektrificeren, aangezien het stoomlocpark dringend aan vervanging toe was. Het vermogen en rendement van de stoomlocs was te gering en de kolenvoorziening zorgde voor ongekende moeilijkheden.
Daarbij komt nog dat het werk op de stoomlocomotief zwaar en smerig was en er op de stoomloc altijd 2 man aanwezig moesten zijn: de stoker (leerling) en de machinist (meester).
De planning van de NS was dat in 1962 de laatste stoomloc zou rijden, maar dat werd veel eerder: in 1958 op 7 januari reed de NS 3737 officieel de laatste stoomrit en dat was 4 jaar eerder dan gepland.
Auteur | | Poll |
Taal | | Nederlands |
Type | | Hardcover |
Categorie | | Technologie & Bouwkunde |