Over Hendrik de Vries
Hendrik de Vries (1896 - 1989) lijkt met zijn dichterlijk oeuvre het constante tegenbeeld te zijn van alle moderne poëzie van de twintigste eeuw.
Wie opgaat in de unieke poëzie van Hendrik de Vries komt in een huiveringwekkende en betoverende wereld. Het desolate vulkanische landschap van zijn vroege gedichten, de boosaardige sprookjes, de vurige gratie van Spanje -het land van zijn reizen en dromen- en de hartverscheurende en ontroerende autobiografische poëzie die na de dood van zijn ouders ontstond, vormen tezamen een onuitwisbaar beeld.
Hoewel bijvoorbeeld J.C. Bloem de poëzie van Hendrik de Vries als 'een verbijsterend-geniale creatie' beschouwde, is de aandacht voor zijn werk altijd geringer geweest dan die voor dat van zijn generatiegenoten Marsman en Slauerhoff.
In In droomcadans bedwongen worden leven en dichterschap van Hendrik de Vries aan uiteenlopend onderzoek onderworpen. Zijn zeer persoonlijke en verhelderende correspondentie wordt besproken, als ook zijn poetica, de prozasprookjes die hij voor kinderen schreef, zijn copla-vertalingen, en de ontstaansgeschiedenis van de bundel Tovertuin. Een psychoanalytische duiding schetst de lijnen van De Vries' biografie. Tevens bevat deze bundel niet eerder gepubliceerde documenten, portretten, foto's en correspondentie.
Samenstelling & redactie: Bart Slijper.
Bijdragen: Pierre H. Dubois (Het zal de maan wel zijn), Hub. Hermans (Rood-geel-rood! Zijn eigen noot!), Henk Hillenaar (De 'levensroman' van Hendrik de Vries), A.L. Sötemann (Harken in een tovertuin. Over de poëzie-opvattingen van Hendrik de Vries), Jan van der Vegt (Een tuin vol demonie. Een verkenning van Tovertuin en zijn ontstaansgeschiedenis, Willem Wilmink (Eigenaardige vrouwen).
In droomcadans bedwongen is deel 7 in de serie Poëzie & Poetica.
Wie opgaat in de unieke poëzie van Hendrik de Vries komt in een huiveringwekkende en betoverende wereld. Het desolate vulkanische landschap van zijn vroege gedichten, de boosaardige sprookjes, de vurige gratie van Spanje -het land van zijn reizen en dromen- en de hartverscheurende en ontroerende autobiografische poëzie die na de dood van zijn ouders ontstond, vormen tezamen een onuitwisbaar beeld.
Hoewel bijvoorbeeld J.C. Bloem de poëzie van Hendrik de Vries als 'een verbijsterend-geniale creatie' beschouwde, is de aandacht voor zijn werk altijd geringer geweest dan die voor dat van zijn generatiegenoten Marsman en Slauerhoff.
In In droomcadans bedwongen worden leven en dichterschap van Hendrik de Vries aan uiteenlopend onderzoek onderworpen. Zijn zeer persoonlijke en verhelderende correspondentie wordt besproken, als ook zijn poetica, de prozasprookjes die hij voor kinderen schreef, zijn copla-vertalingen, en de ontstaansgeschiedenis van de bundel Tovertuin. Een psychoanalytische duiding schetst de lijnen van De Vries' biografie. Tevens bevat deze bundel niet eerder gepubliceerde documenten, portretten, foto's en correspondentie.
Samenstelling & redactie: Bart Slijper.
Bijdragen: Pierre H. Dubois (Het zal de maan wel zijn), Hub. Hermans (Rood-geel-rood! Zijn eigen noot!), Henk Hillenaar (De 'levensroman' van Hendrik de Vries), A.L. Sötemann (Harken in een tovertuin. Over de poëzie-opvattingen van Hendrik de Vries), Jan van der Vegt (Een tuin vol demonie. Een verkenning van Tovertuin en zijn ontstaansgeschiedenis, Willem Wilmink (Eigenaardige vrouwen).
In droomcadans bedwongen is deel 7 in de serie Poëzie & Poetica.
Auteur | | Bart Slijper |
Taal | | Nederlands |
Type | | Paperback |
Categorie | | Taal |