Het Corps als Koninkrijk
Tot nu toe werd over de geschiedenis van studentenverenigingen vooral door reünisten geschreven. Ook de eerdere boeken van het Delftsch Studenten Corps (uit 1898, 1923, 1948 en 1973) werden door leden of oud-leden geschreven. Voor het 150-jarig bestaan is echter een andere keuze gemaakt: professionele historici, outsiders, beschrijven de Delftse Corpsgeschiedenis. E.W.A. Henssen begint met een omvangrijk inleidend hoofdstuk over de gehele geschiedenis van het Delftse Corps. Het accent ligt daarbij op de laatste 60 jaar. P.A.J. Caljé analyseert cohortsgewijs de sociale en regionale herkomst der leden en hun carrièreverloop in de periode 1848-1905. Ook wijdt hij een hoofdstuk aan de naoorlogse periode. G.N.M. Vis gaat in op de reputatie van het Delftsch Studenten Corps en de periode van het 'ingenieurssocialisme'. Ileen Montijn interviewt reünisten uit diverse generaties, onder wie ir. Frits Philips. P.C. Viets gaat in op de betekenis van het Corps voor een oud-lid. Peter Montijn en E.P. Wellenstein, twee internen, schenken uitvoerig aandacht aan de mores binnen het Delftse Corps. H. Temminck Tuinstra beschrijft het interne functioneren van de vereniging, Jolanda Hendriksen de lustra en andere feesten. Enkele journalisten, tot slot, geven een impressie van de verhouding tussen het Corps en de Delftse burgerij. Al met al is het een veelzijdig boek geworden dat aansluit bij nieuwe benaderingen binnen de universiteitsgeschiedschrijving.
Auteur | | E.W.A. Henssen |
Taal | | Nederlands |
Type | | Hardcover |
Categorie | | Geschiedenis |