Het Stichts-Hollands geslacht Van den Bosch
Het Stichts-Hollands geslacht Van den Bosch 1e druk is een boek van Marten Bos uitgegeven bij Verloren B.V., Uitgeverij. ISBN 9789065502735
De tot nu toe oudst bekende voorvader van het geslacht Van den Bosch is een zekere Cornelis Jacobsz. Deze Cornelisz Jacobsz. moet zo rond 1500 geboren zijn. In de periode 1531-1562 trad hij op als vervener, c.q. financier van verveningsactiviteiten in Zuid-Eind Waddinxveen en Coenecoop. In 1546 gebruikte hij een turfpakhuis aan de Oostzijde van de Nupoort (later Oppert geheten) te Rotterdam, dat in 1547 aan hem getransporteerd werd. Later kocht hij nog twee percelen in dezelfde straat. Daarnaast bezat hij een woonhuis aan de Oostzijde van de Hooftstraat, ook wel Hooftsteech genoemd. Omstreeks 1553 kocht Cornelis Jacobsz. een hofstede in Groenswaert-Bovenweg onder Waddinxveen, waar hij met zijn vrouw Meyns Ariensdr. tot zijn dood, tussen 1 april 1579 en eind 1581, bleef wonen. Het Stichts-Hollands geslacht Van den Bosch is opgezet als een speurtocht steeds verder het verleden in, beginnend bij Cornelis Jacobsz. Bos laat zien, dat Cornelis Jacobsz. afstamde van het tot de middeleeuwse adel behorende Rijnlandse geslacht Van den Bosch, waarvan de oudste tak sinds de 14e eeuw deel uitmaakte van het Leidse regentenpatriciaat. Uiteindelijk blijkt het geslacht Van den Bosch terug te voeren op de middelste tak van het Huis Amstel. Deze middelste tak ori nteerde zich reeds ca. 1230, via een huwelijk met een Van Wassenaer, op het graafschap Holland. Talrijke lenen waren in de 13e en 14e eeuw in handen van leden van het geslacht Van den Bosch. Niet alleen aan het bezit van de familie besteedt Bos aandacht, ook aan de maatschappelijke positie van de verschillende leden en aan bijvoorbeeld hun stellingname tijdens de Hoekse en Kabeljauwse twisten. Afstamming is een juridisch vraagstuk, onderworpen aan de regels van het burgerlijk bewijsrecht. De inleiding van deze studie is gewijd aan het bewijs in de genealogie. Hierin wordt met name ingegaan op de methode van de groepsvergelijking, die door het sterk groeiende aantal uitgaven van eeuwenoud bronnenmateriaal meer dan voorheen mogelijk is geworden. Ook Bos heeft deze methode toegepast. Deze genealogische studie beperkt zich niet tot de geschiedenis van n bepaalde familie, maar levert ook een bijdrage aan de geschiedenis van de verwante geslachten Van Wassenaer en Van Sonnevelt, de geschiedenis van de Rotterdamse turfhandel en aan de standengeschiedenis. De auteur (geboren 1916) is oud-hoogleraar volkenrecht aan de Universiteit Utrecht.
De tot nu toe oudst bekende voorvader van het geslacht Van den Bosch is een zekere Cornelis Jacobsz. Deze Cornelisz Jacobsz. moet zo rond 1500 geboren zijn. In de periode 1531-1562 trad hij op als vervener, c.q. financier van verveningsactiviteiten in Zuid-Eind Waddinxveen en Coenecoop. In 1546 gebruikte hij een turfpakhuis aan de Oostzijde van de Nupoort (later Oppert geheten) te Rotterdam, dat in 1547 aan hem getransporteerd werd. Later kocht hij nog twee percelen in dezelfde straat. Daarnaast bezat hij een woonhuis aan de Oostzijde van de Hooftstraat, ook wel Hooftsteech genoemd. Omstreeks 1553 kocht Cornelis Jacobsz. een hofstede in Groenswaert-Bovenweg onder Waddinxveen, waar hij met zijn vrouw Meyns Ariensdr. tot zijn dood, tussen 1 april 1579 en eind 1581, bleef wonen. Het Stichts-Hollands geslacht Van den Bosch is opgezet als een speurtocht steeds verder het verleden in, beginnend bij Cornelis Jacobsz. Bos laat zien, dat Cornelis Jacobsz. afstamde van het tot de middeleeuwse adel behorende Rijnlandse geslacht Van den Bosch, waarvan de oudste tak sinds de 14e eeuw deel uitmaakte van het Leidse regentenpatriciaat. Uiteindelijk blijkt het geslacht Van den Bosch terug te voeren op de middelste tak van het Huis Amstel. Deze middelste tak ori nteerde zich reeds ca. 1230, via een huwelijk met een Van Wassenaer, op het graafschap Holland. Talrijke lenen waren in de 13e en 14e eeuw in handen van leden van het geslacht Van den Bosch. Niet alleen aan het bezit van de familie besteedt Bos aandacht, ook aan de maatschappelijke positie van de verschillende leden en aan bijvoorbeeld hun stellingname tijdens de Hoekse en Kabeljauwse twisten. Afstamming is een juridisch vraagstuk, onderworpen aan de regels van het burgerlijk bewijsrecht. De inleiding van deze studie is gewijd aan het bewijs in de genealogie. Hierin wordt met name ingegaan op de methode van de groepsvergelijking, die door het sterk groeiende aantal uitgaven van eeuwenoud bronnenmateriaal meer dan voorheen mogelijk is geworden. Ook Bos heeft deze methode toegepast. Deze genealogische studie beperkt zich niet tot de geschiedenis van n bepaalde familie, maar levert ook een bijdrage aan de geschiedenis van de verwante geslachten Van Wassenaer en Van Sonnevelt, de geschiedenis van de Rotterdamse turfhandel en aan de standengeschiedenis. De auteur (geboren 1916) is oud-hoogleraar volkenrecht aan de Universiteit Utrecht.
Auteur | | M. Bos |
Taal | | Nederlands |
Type | | Paperback |
Categorie | | Geschiedenis |